344
Of er dan geene verbetering in de opleiding te brengen iszeer
zeker is eene versterking van het Indische leeraars-element hoog
noodzakelijk, niet alleen met het oog op de uitgebreidheid der te
onderwijzen stof, maar ook in verband met de indeeling van den
cursus in twee studiejaren.
Wenscht men echter eene opleiding van Indische officieren aan de
krijgsschool in Nederland te behouden, dan achten wij het noodzake
lijk, om de van die inrichting teruggekeerde officieren in Indië verder
eene practische opleiding te geven, door hen te detacheeren bij de
verschillende wapens en bij den topographischen dienst en wanneer
die detacheering is afgeloopen, hen te werk te stellen onder het
onmiddelijk toezicht van den Chef van den Gfeueralen Staf, die langs
dien weg zijne aanstaande stafofficieren leert kennen.
Op die wijze handelt men in Nederland ten opzichte van den van
de krijgsschool afkomstigen officier.
Het kader.
In het V. Y. lezen wij
In de M. v. A. komt het volgende voor:
Men vroeg wat de Minister daclit te doen om den achteruitgang van het kader,
waarin men een zeer bedenkelijk verschijnsel zag, te keer te gaan. Soortgelijke
maatregelen, als op dit gebied in de laatste jaren hier te lande zijn genomen, zou
den ook voor Indië wellicht nuttig kunnen werken. Men zoude het .daarentegen zeer
betreuren, indien, zooals onlangs uit Indië werd bericht, met de aan het kader te
stellen eischen de hand gelicht werd, en weder kader kon worden aangesteld, dat de
daarvoor aangewezen scholen niet bezocht heeft. De vraag werd gedaan of de kader-
scholen door te bekrompen inrichting speciaal bij de infanterie niet in staat zijn
in de behoefte te voorzien.
Het is den Minister niet duidelijk wat bedoeld wordt met den achteruitgang van
het kader, en met een onlangs uit Indië ontvangen bericht, blijkens hetwelk aldaar
de hand zou worden gelicht met de eischen die aan het kader gesteld worden. Noch
van het een noch van het ander is hem gebleken. De jongst ontvangen sterkte
staat van het Indisch leger, die den toestand op 1 Juli dezes jaars aangeeft, ge
tuigt niet van achteruitgang; integendeel, bij de infanterie bijvoorbeeld nam het
incompleet aan Europeesche korporaals in den loop van het eerste halfjaar 1884 aan
zienlijk af: op 1 Januari 1884 ontbraken er 75 Europeesche korporaals bij het wapen
der infanterie, op 1 Juli slechts 1. Ook bij de overige wapens en dienstvakken is in
numerieken zin het kader eer toe- dan afgenomen.
Nu reeds een afdoend oordeel te willen vellen over de resultaten der eerst in 1882
geopende kaderscholen der infanterie, zou zeker voorbarig zijnklachten dienaangaan
de zijn bij de Regeering niet ontvangen.