359
verovering is noodig geworden, 't zij onze overige bezittingen ge
deeltelijk van de krijgsmacht die ze thans bezet zullen moeten wor
den ontbloot, 't zij eene versterking van het leger zal noodig worden,
die dan juist die bezittingen, waar ze in de eerste plaats noodig is
niet zal ten goede komen, dan zegt men dat de werkelijk beperkte
occupatie, met de kans om later bij zeer gunstige gelegenheden ver
der te gaan, voor ons, die veel minder machtig zijn dan Frankrijk,
zeer doeltreffend is. En tevens krijgt men de overtuiging, dat de
verwezenlijking van het denkbeeld van X., dat zelfs niet is aanbevolen
door den H. P. [die niet inzag dat hij, de beperkte stelling der
Franschen in Algérië veroordeelende, het doodvonnis uitsprak over
die welke hij voorstaat] moet uitloopen op onzen ondergang, nog
spoediger dan die nu reeds kan verwacht worden.
Beiden: de onderneming tegen Algiers en die tegen Atjeh, waren
overzeesche expeditiën, zegt X. Yolkomen waar. Maar veel verder
gaat de overeenkomst niet. Dat toonde ik aan, toen ik sprak over
zijn uitroep: „'t Is een quaestie van transport en anders niet."
Dat de Atjeh-oorlog is aangevangen, zonder voldoende kennis van
land en volk, of want dit is juister zonder dat van de verkregen
kennis een goed gebruik is gemaakt, is waar. Was dit niet het
geval geweest, dan ik toonde het aan op bladz. 220 van het I. M.
T. van 1883 was vermoedelijk de Atjeh-oorlog onnoodig geweest,
evenals de uitbreiding der Franschen in Noordelijk Afrika tot de
beperkte stelling die zij in 1839 en 1840 innamen, had kunnen
vermeden worden, wanneer zij gebruik hadden weten te maken van
de gunstige verschijnselen, die zich na de inbezitname der hoofdstad
van het Algerijnscli Afrika voordeden. Maar voor het laatste was
het noodig geweest, dat zij de capitulatie, op den 5 Juli 1830 gesloten,
niet hadden geschonden dat zij de Turksche militie, die in hun dienst
wenschte over te gaan, niet hadden teruggestooten; dat zij den Beij van
Titteri die vroeg om in zijn gezag te worden bevestigd, niet hadden
verbitterd; dat zij den Beij van Oran, wiens hoofdstad op zijn verlangen
was bezet, niet hadden ontmoedigd, door het daar geplaatste detachement
evenals dat van Bone terug te trekken, toen De Bourmont meende
van het expeditionnaire korps te kunnen gebruik maken, om Ivarel X
weder op den troon te herstellen; dat zij de aanzoeken van Ben