30
zou men zeggen dat die toestand van voortdurenden achteruitgang
eenigszins de aandacht moest verdienen.
Het Kol. Yerslag is echter onbezorgd. Er bestaat gegronde hoop,
zegt het, dat hierin in de eerstvolgende jaren, met behulp van de
kaderscholen verbetering is te wachten.
Twijfelmoedigen, die toch nog mochten vreezen, steekt het Kol.
Yerslag een riem onder het hart door de mededeeling „dat de behoefte
aan Europeesch kader" geene bedenkelijke proportiën heeft aange
nomen, tot staving van welke mededeeling onderstaand staatje wordt
geproduceerd.
Werkelijk zien die cijfers er niet bedenkelijk uit, vooral niet als
men ze vergelijkt bij dergelijke- cijfers in het Nederlandsche en ook
in andere legers. Men moet echter niet vergeten, dat in bovenstaand
staatje het Inlandsch kader niet is vermeld en dat in de sterkte zijn
gerekend de 90 onderofficieren en korporaals, leerlingen der
kaderscholen, die feitelijk bij hun korps ontbreken, zoodat het hier
vermeld incompleet vrij wat grooter wordt. Neemt men daarbij in
aanmerking dat bij een leger als het Indische, dat voor een groot deel te
velde is en waarbij door de onvermijdelijk zeer talrijke mutatiën steeds
veel kader aan den dienst wordt onttrokken, een incompleet zich veel
sterker doet gevoelen dan in legers als het Nederlandsche, die in den
regel eene zeer geringe vredessterkte aan manschappen hebben, dan is
de toestand bedenkelijker als het Kol. Yerslag wel wil doen gelooven.
Of in dien toestand wel zóó spoedig verbetering zal ontstaan, als
het Kol. Yerslag meent te mogen verwachten, is o. i. nog wel aan
Tegenwoordige
Sterkte.
Incom
pleet.
formatie.
Onder
offi
Korpo
Onder
offi
Korpo
Onder
offi
Korpo
cieren.
raals.
cieren.
raals.
cieren.
raals.
Infanterie
1308
913
1210
838
98
75
Cavalerie
59
57
56
57
3
Artillerie
313
165
311
142
2
23
Genie
77
73
67
71
10
2