WELKE GANGEN MOET DE BERG-
ARTILLERIE BEHOUDEN?
Geen kortswijl bezielde mij bij liet schrijven van mijn opstel voor
komende in N°. 11, a. p. van dit Tijdschrift; evenmin de lust om
te persifleeren. Het doel was (en dat zal de heer Yeenhuijzen ook
wel begrepen hebben) om door enkele voorbeelden aan te toonen
hoe onmogelijk het is om vele, ja, de meeste bewegingen voorkomende
in de exercitiereglementen der berg-artillerie behoorlijk uit te voeren.
Dit nu geheel over het hoofd ziende, vergenoegt de heer Y. zich
alleen in zijn opstel Stap of Draf' met zekeren meestertoon te
laten uitkomen, dat ik de snelheid van den gewonen stap te groot
heb opgegeven en de nadeelen van den verlengden stap heb overschat.
De gangen welke op een exercitieterreiu worden vóórgeschreven
moeten
1°. Behoorlijk verzamelde gangen zijn; en
2°. Zoodanige snelheid hebben dat het uitvoeren van evolutiën
daarin in den korst mogelijken tijd geschiede.
Een behoorlijk verzamelde gang is de verlengde stap toch zeker
niet; hoe kan de heer Y. dezen gang dan verdedigen, te meer daar
hij in zijn opstel zegtdat de bereden artillerie alleen gebruikt maakt
van de verzamelde gangen.
De heer V. noemt verlengde stap en vrije stap hetzelfde. Dit is
wel eene eenvoudige oplossing vaD de bedoelde quaestie, doch ik kan
mij daarmede niet zoo gemakkelijk vereenigen. Indien deze beide
gangen dezelfde waren, dan zou de steller der exercitiereglemeu-
ten zeker van de laatste benaming gebruik gemaakt hebben, en
niet noodeloos een kunstterm meer hebben ingevoerd. Doch veron
derstel dat het werkelijk de bedoeling is geweest om den vrijen stap
door de benaming „verlengden stap" aan te duiden, dan zou daarmede
toch eene groote fout zijn begaan, daar het verschil in snelheid tus-
schen deze gangen en den gewonen stap, te gering is om daarmede
terrein te winnen op andere stukken, enz.