380 bepaald is, dat de politie, de gouvernementsveeartsen, de paardenartsen en de inlandsche veeartsen ijverig ter zijde zullen staan; ik zeg, zoolang die bepalingen er niet zijn, zullen onze troepenpaarden enorm gevaar loopen geïnfecteerd te worden. Iioe goed derhalve de bedoelingen, bij het vaststellen dier bepaling, van het Legerbestuur ook mogen zijn, men is er niet door gewaarborgd, dat de gevreesde ziekte niet van buiten af in de troepenstallen gesleept wordt. Past men de bepaling streng toe, dan zou geen enkel paard aangekoch t te Makassar, naar het depot-eskadron opgezonden kunnen worden, want daar komen nu en dan evenzoo enkele gevallen voor. De jonge paarden te Makassar, zouden 6 maanden na het laatste geval daar in subsistence moeten blijven, waardoor noodwendig het Gouvernement in de verplichting- zou komen, stallen te bouwen; omdat er slechts stalling voor een de tachement van 40 paarden is. Datzelfde geldt voor den aankoop te Soerabaja, Semarang en Batavia, maar speciaal voor Semarang. Op deze laatste plaats is het wel eens gebeurd, dat zich een geval van kwaden droes had voorgedaan onder de prauwpaarden. Ingevolge de bestaande circulaire zouden, om te voorkomen, dat de garnizoenen te Salatiga en Banjoe-Biroe besmet worden, de paarden na remonteering dooi de Commissie, daar een 6 tal maanden in quarantaine moeten blijven; zoowel de geremonteerde paarden te Makassar, Soerabaja, als die te Semarang worden evenwel direct opgezonden. Hoe is dat nu te rijmen met het doel, dat de circulaire beoogt? De bepaling, dus aan de praktijk getoetst, eischt noodig wijziging zooals die nu toegepast wordt geeft het aan den eenen kant aanleiding tot ophooping van paarden in de garnizoenen, met meerdere gelegenheid tot uitbreiding der ziekte, en aan den anderen kant tot. het permanent in compleet zijn aan paarden van de overige eskadrons en batterijen. Werd nu het doel bereikt, dat de kwade-droes-gevallen onder de troepenpaarden er door verminderden, dan zou de bepaling alle raison d'etre hebben, maar de wegen voor infectie zijn vooral in Indië zoo vele en gewichtige, dat juist de oorzaak van besmetting door overplaatsing der afgerichte paarden, de minste is. Eene regeling aan te geven om alle besmetting te voorkomen, zal in Indië wel niet doenlijk zijn; toch zijn er maatregelen te treffen, die beter aan het doel zullen beantwoorden dan de thans gevolgde. Laatst is te Makassar nog kwade droes geconstateerd, terwijl de paarden in het Bonische er kolossaal van te lijden hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 386