382 3. Komen bij de remonte- depots of in garnizoenen onder de troepen paarden sporadische gevallen van kwaden droes voor, dan kunnen afgerichte paarden overgeplaatst worden, onder voorwaarde dat a. De overgeplaatste paarden vóór hun vertrek nauwkeurig door een deskundige onderzocht worden, ten bewijze waarvan een certificaat wordt af- en meegegeven, voor gezien geteekend door de respectieve korps-commandanten. b. De overgeplaatste paarden bij aankomst in hunne nieuwe garni zoenen, door een deskundige op nieuw onderzocht en na gezond bevinding, niet direct in den troepenstal geplaatst maar gedurende een termijn van 30 dagen op quarantaine gesteld worden. 4. De jonge paarden aangekocht te Makassar, Soerabaja, Semarang en Batavia worden bij aankomst in de depots, 6 maanden op quarantaine geplaatst met eigen personeel en stal-ustensiliën. Gedurende dien tijd zullen zij niet in dressuur genomen worden en ook niet in contact komen met de overige paarden van het garnizoen. Het niet in dressuur nemen gedurende f> maanden, brengt dat voordeel mede, dat alle geremonteerde paarden welke zwak en uitgeput zijn door gebrek en ellende, in die 6 maanden den tijd hebben om, wat men noemt, een beetje „op verhaal" te komen. Het te vroeg in dressuur nemen is een mede-oorzaak tot ontstaan van kwaden droes, en een hoofd-oorzaak tot het in omvang toenemen van epidemieën. Absijrtus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 388