388 dering, zijn gelijkluidend met de overeenkomstige voorschriften van het hiervoren behandeld Reglement, terwijl voorts betreffende den Adjunct-Penningmeester ten slotte bepaald is, dat diens salaris (voorloopig stelde men de bijdrage daarvoor van ieder lid op tien cents) door de Algemeene Yergadering zou worden vastgesteld. Reekenden wij reeds in den aanvang van ons opstel aan, dat wij eene soortgelijke Yereeniging zoo voor officieren als hunne echtge- nooten en weduwen, ook voor het Indisch leger vermeenden te mogen aanbevelen, hierna zullen wij onze meening verduidelijken, op hoedanige wijze de toepassing in Indië wellicht zou kunnen plaats vinden. Het denkbeeld ten eerste, om het maximum-bedrag bij overlijden van den officier hooger te stellen dan dat bij overlijden van diens echtgenoote of weduwe, zoude, dunkt ons, nog verder uitgestrekt moeten worden, dewijl de financieele slag bij overlijden van den man gemeenlijk zooveel zwaarder is, dan in geval de vrouw of weduwe komt te vallen. Bij de Nederlandsche Yereenigingen zijn die bedragen, gelijk hier voren reeds werd medegedeeld, respectievelijk f 550en f 300. Yoor Indië nu, waar een overlijden van den echtgenoot in den regel spoedig uit fïnancieelen nooddwang gevolgd wordt door een ver trek naar Nederland van de aehtergelatene weduwe en kinderen, en door den aanmerkelijk grooten geldelijken nasleep van dat vertrek, zoude de maximum uitkeering b. v. op f 1000kunnen worden gesteld, terwijl de helft dezer som bij overlijden der vrouw of weduwe zou kunnen worden uitgekeerd, gesteld dat het aantal leden en de gezamenlijk bij ieder sterfgevalvolgens tarief te innen contribution tot de uitkeering der genoemde bedragen in staat stellen. Yoorts zou kunnen worden bepaald: a. dat bij overljjden buiten Nederlandsch-Indië (aan boord, ofmet verlof, pensioen als anderszins in Europa aanwezig), slechts 60 procent der zooeven genoemde bedragen wordt uitgekeerd, alzoo f 500 bij Het is ons niet bekend, hoeveel de gepensionneerde lste luitenant Bazendijk, die adjunct-penningmeester van beide Vereenigingen is, in die qualiteit geniet van de Vereeniging der officiers-echtgenooten en weduwen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 394