in het belang van de rechtszekerheid dringend oplossing eischen, deels
door vele tastbare onrechtvaardigheden en ongerijmdheden weg te nemen.
Moge deze kleine zege de prikkel zijn om eene grootere na te jagen
en leiden tot de spoedige invoering van geheel nieuwe Militaire strafwet
boeken, gegrond op de eischen der moderne rechtswetenschap, van welker
goede vruchten de Militaire niet langer mag verstoken blijven; immers
de militair is geen ander raensch dan de burgernoch bestaat er één
enkele afdoende denkbare reden waarom de militair niet aanspraak zou
hebben op dezelfde waarborgen eener goede rechtsbedeeling als de burger.
En niet alleen de militairook de maatschappij lijdt onder dergelijke
vicieuse wetgeving, onder dat gemis van de meest essentieele waarborgen
voor eene goede en gezonde rechtspraak. Zoolang wij nog leven onder
den vigueur der Wetboeken van de jaren 1814 en 1815, zal het voor den
beoefenaar van het Militair Recht in het doolhof eener zoo verwarde
en duistere wetgeving, een onmisbaar vereischte zijn, dat hij de wordings
geschiedenis der Militaire Strafwetgeving kenne, uit alle door Mr. V. d.
Hoeven bekend gemaakte ontwerpen, rapporten, memoriën, brieven enz. die
„over een aantal artikelen, vooral van onze Crimineele Wetboeken, een
helderder licht zullen doen opgaan, zoodat de zin en strekking van
menig voorschrift duidelijker wordt, terwijl ook de bron van sommige
tegenstrijdigheden als met den vinger kan worden aangewezen.
Schrijver verdeelt zijn werk in twee afdeelingen.
In de eerste afdeeling wordt de geschiedenis der Militaire Strafwetgeving
uit de tusschen de Regeering en de Commissie van Wetgeving gewisselde
ontwerpen, rapporten, memoriën en brieven verklaard en toegelicht.
In de tweede afdeeling worden medegedeeld
a. de onderscheidene Wetboeken en Reglementen die te zamen de
Militaire Strafwetgeving vormen, vergeleken met de daarvoor ingediende
Ontwerpen en
b. alle toelichtingen, opmerkingen, bedenkingen enz. speciale artikelen
of titels betreffende, en afkomstig van de autoriteiten die bij de wording
van die Strafwetgeving betrokken zijn geweest.
Aan het werk is toegevoegd een bijvoegsel bevattende de bij Kon. Besluit
van 13 October 1882 N°. 26 (Ind. Stbl. 1883 N°. 54) in het Crimineel
Wetboek voor het Krijgsvolk te Lande gebrachte wijzigingen, met de
daarin bedoelde bepalingen van het gemeene Strafrecht, welke op het
C. W. L. van toepassing verklaard zijn, terwijl daarbij is opgenomen
een lijst, houdende wijziging van de bij art. 19 gemelde straffen, die
krachtens gemeld Kon. Besluit in de plaats van de oorspronkelijk gestelde
1885, Dl. I. 26