403 deeld, en het betaald wordt uit de inkomsten van de door Engelschc ambtenaren bestuurde provincie Bezareen leger van den Nizatn; er valt dus in critieke oogenblikken op de trouw van dat leger al weinig staat te maken. Wenschelijk ware het, dat contingent, een overblijfsel van vroegere toestanden, op te heffen en.hare taak over te dragen op de legeis van Bombay of Maclras. Do tweede Mahomedaansche staat is Bhopal, met eene oppervlakte van 8200 vierk. Eng. mijlen en eene bevolking van meer dan 800000 zielen, waarvan negen tiende gedeelte behoort tot het Hindoesche ras, de overigen zijn Mahomedanen en hiertoe behooren steeds de regeerende vorsten, de ministers en het leger. De inkomsten van het rijk bedragen 140.000, of omstreeks het vijfde gedeelte van hetgeen de bevolking van Indore, die even talrijk is, moet opbrengen. De Bhegum of vorstin van Bhopal heeft het recht een leger te onderhouden van 2200 man infanterie, 700 man cavalerie en 60 stukken geschut, en betaalt jaarlijks 20000 voor het onderhoud van een regiment, bekend als het Bhopal-bataljon. Dit bataljon en de gewone troepen van het leger zijn in de plaats getreden van het voormalige Bhopal-voatingentdat in 1857 tot muiterij oversloeg. Bahawalpurde derde van de drie voornaamste Mahomedaansche staten, grenst noordwaarts aan den Punjab, waarvan het gescheiden wordt dooi de Sutlej. De bevolking telt 500.000 zielen, en brengt bijna 200,000 op. De Nawab of vorst van Bahawalpur onderhoudt een leger van 2500 man infanterie, 360 man cavalerie en 80 stukken geschut; mét het oog op de ligging van dien staat vlak op de grenzen, is die macht niet bui tensporig groot. Alleen zouden wij verlangen dat er door ons van dat leger een meer werkdadig gebruik gemaakt werd en het b. v. ingedeeld werd bij de troepenmacht, gelegerd in de noordwestelijke provinciën van Dritsch-Indië daarmede zou dan gepaard kunnen gaan eene vermindering van de leger macht van den Nawab tot één goedgeoefend bataljon infanterie, met eene afdeeling cavalerie en eenige weinige stukken geschut. De vorsten van de 19 overige Mahomedaansche staten zijn, in volgorde van den rang dien zij innemen: de Nawabs van Tonk, Rampur, Joura, Junagarh RadhanpurCambayBaoniMaler Kotla, KoorwaiMumdotSuchin üojana, Loharoo en Patoivdi, de Mir van Khairpur, de Dewan van Pahlanpur, de Sidi van Janjirade Jagirdar van Bungun Pullien de Babi van Bulsinore. Gezamenlijk hebben deze 19 Staten eene bevolking van meer dan 2 millioen zielen en eene legermacht van omstreeks 15000 man. De inkom-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 409