410 OVERGEPLAATST. Plaatselijke Staf. Als plaats, comm. te Batavia, de luit. kol. der inf. W. A. Coblijn, laatstelijk mil. comm. van Amboina en Ternate, zullende hij bij zijn wapen gevoerd worden a la suite. Infanterie. Bij het 2e bat. de kap. F. C. W. Yon Horn en J. Stevels, respectievelijk van het 15e en 10e bat., bij het 3e bat. de kap. J. J. S. Yan Kempen en de ie luit. A. H. Colenbrander, respectievelijk van het 4e bat. en het garniz. bat. van Atjeh en onderhoorigheden bij het 5e bat. de kap. L. L. A. Maurenbrecher van het 9e bat., bij het 8e bat. de maj. H. H. Gr. Franssen van het garniz. bat. in de 2e mil. afd. op Java, bij het 9e bat. de kap. P. D. W. Wilken van het 10e bat., bij het lie bat. de kap. W, T. Braun en J. T. Yan den Boom, respectievelijk van het subs, kader te Batavia en van het le dep. bat., bij het 12e bat. de le luit. J. P. Meijer en de 2e luit. F. A. Bedier de Prairie en E. Gr. H. Kruysboomallen van het garn. bat. in Atjeh en onderhoorigheden, bij het 15e bat. de ie luit. F. P. A. Geluk en de 2e luit. J. F. T. Bloem en J. G. Spandaw, respectievelijk van het le dep. bat., 18e bat. en 4e dep. bat., bij het 16e bat. de 2e luit. C. A. L. Marchant en M. Kunemanbeiden van het 4e dep. bat., bij het 2e dep. bat. de le luit. W. S. Gruijter van het garn. bat. in de 2e mil. afd. op Java, bij het garn. bat. in de 2e mil. afd. op Java, de maj. W. H. Keijs van het subs, kader te Padang, bij het garn. bat. van Atjeh en onderhoorig'hedende kap. \V. C. Nieuwenhuijzen de 2e luit. J. H. A. P. Overman, de le luit. C. H. O. Bartsch en C. De Yisser, en de 2e luit. D. L. De Rochemont, de beide eerstgenoemden van het 3e depot bat. en 9e bat., de beide volgenden van het 11e bat., en laatstgenoemde van het 2e bat., bij het garn. bat. van Banka, de ie luit. D. F. J. G. Brunet de Rochebrune van hot 4e. bat., bij de garn. comp. van de Lampongsche districten, de le luit. A. Picard en de 2e luit. L, De Roever, respectievelijk van het 8e en 7e bat., Bij het subs, kader te Batavia, de kap. E. M. A. A. K. Frackers, H. C. P. De Bruyn en A. M. "Winkel, respectievelijk van het garniz. bat. in Atjeh en onderhoorig heden, het 11e en 5e bataljon, laatstgenoemde ter nadere indeeling, bij het subs, kader te Soerabaja, de 2e luit. P. F. Biermann van het garn. bat. in Atjeh en Onderhoorigheden, bij het btrafdetachement te Ngawi, de le. luit. J. J. Bos van het garn. bat. in Atjeh en Onderhoorigheden; bij het korps pupillen te Gombong, de le luit. C. F. H. Campen van het 6e bat. zullende hij bij zijn wapen worden gevoerd a la suite. Artillerie. Bij de pyrotechnische werkplaats te Soerabaja, de kap. J. H. A. Yan Wijhe van de 14e comp. te Padang, bij de 14e comp. te Padang, de 2e luit. A. P. Adema Yan Scheltema van de 21 e comp, (4e. veldb.) te Banjoe Biroe, bij de 17e comp. (7e comp. vest. art.) te Tjilatjap, de 2e luit. D. G. Yan Nieu- wenlioven Ilelbach van de 10e comp. (3e veldbatt.) te Willem I, bij het gedetacheerd gedeelte in de Westerafdeeling van Borneo de 2e luit. T. G. T. Bosch van de 18e comp. (le bergbatt.) te Batavia. Genie. Bij de werken te Magelang de kap. E. Tielenius Kruytholf van die te Tjilatjap bij de werken te Tjilatjap, de kap. II. W. Scheuer, van die te Willem I, bij de werken te Willem Ide luit. J. Frenkel, van die te Magelang. Mil. Administratie. Als gew. intendant te Palembang, de kap. int. L. J. A. Verbrugge van de intendance in Atjeh en onderhoorigheden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 416