414 Daartoe behooren o. a. het verslag van eene reis in de Balaklanden in December 1866 en Januari 1867 van den controleur bij het B. Bestuur J. A. M. Yan Cats Baron de Raet, voorkomende in het Tijd schrift voor Indische T. L. en Volkenkunde, Deel XXIIde bijdrage tot de kennis van den godsdienst der Batakkers in den jaargang 1870 van het T. v. X. I het verslag van eene reis in de Batak- landen, door C. De Haan, voorkomende in de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en WetenschappenDeel XXXVIIIde bijzonderheden voorkomende in Petennann's Mitthei- lungen, Jan. 1876; de beschrijving van het Toba-meer door E. J. Sillem, voorkomende in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Ge nootschap. Deel III. en vele andere geschriften, te vinden in de bibliographie achter het artikel Sumatra, in het Aardrijkskundig en Statistisch Woordenboek van Hed. Indië, benevens de niet onbelangrijke mededeelingen in de „Berichte der Rheinischen MissioDsgesellschaft." Ook de expeditie in 1878 onder den luitenant-kolonel F. T. Engel, welke, zooals bekend is, met de oprichting eener tijdelijke vestiging- te Sipoholon in het landschap Silindong eindigde, heeft in menig opzicht veel licht verspreid. Het zou ons, met het oog op de ons toegestane ruimte in dit tijdschrift, te ver voeren, indien wij slechts de belangrijkste bijzonderheden van geographischen en ethnologischeu aard betreffende de Tobalanden wilden mededeelen, die in de genoemde bronnen voorkomen. Den lezer die belang stelt in het hier te behaudelen onderwerp, verwijzen wij naar de in de noot op bldz. 2 genoemde handleiding, waarinde meest betrouwbare gegevens betreffende deze landen verzameld zijn Enkele aanteekeningen omtrent de gesteldheid van land en volk en de streek, die in het algemeen de landschappen tusschen de val lei van Silindong en het Toba-meer omvat en waar onze troepen in de maanden Juli, Augustus en September van 1883 geageerd hebben, kunnen hier volledigheidshalve niet gemist worden Gelegen tusschen 2° 18' en 2° 30" Hoorderbreedte en tusschen 98° 40' en 99° 10' Oosterlengte, kan die streek beschouwd worden als eene voortzetting van het plateau van Pangariboean en de zoo even genoemde vallei. Is de gemeenschap tusschen Siboga en Silin- Deze aanteekeningen zijn ontleend aan het K. V. van 1879.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 420