417 Tusschen Tao Si Lalioli en Tao Moeara ligt een vrij groot berg achtig schiereiland door eene zeer smalle landengte met den wes telijken oever verbonden, dat Samosir genoemd wordt. De onregelmatige gedaante van het meer vertoont vele inhammen. De diepte is zeer verschillend; aan den oever heeft men ongeveer 8 voet water, iets verder 6 voet, 4 vadem van den oever 50 voet: zij neemt vervolgens zeer aanzienlijk toe en wordt in het midden zelfs op 150 vadem geschat. Somtijds kan men tot op 200 a 250 voet van den oever door het zeer heldere water den bodem zien; dikwijls ook dalen de oevers zeer steil naar beneden. In het midden is de kleur van het water diep donkerblauw. De vaartuigen der inlanders bestaan uit uitgeholde boomstammen en zijn uitsluitend roeivaartuigen, wijl de vele kronkelingen die de oever maakt, de verschillende en plotseling opkomende winden en vooral de veelvuldige rukwinden het zeilen gevaarlijk maken. Zware winden die snel opkomen, maken het water soms onstuimig als dat van de zee en zijn oorzaak, dat alleen groote prauwen zich midden op het meer durven wagen. De kleinste prauwen, 10 voet lang en 2 voet breed, zijn bestemd voor één man en dienen uitsluitend voor de vischvangst nabij de oevers. Grootere zijn 60 voet lang, 5 voet breed en 3 voet diep. De grootste zijn 80 voet lang, 6 voet breed en 4 voet diep en kunnen met gemak 100 perso nen bevatten, waarvan gewoonlijk een 40-tal uit roeiers bestaat. De controleur J. A. M. Van Cats Baron De Raet die in 1866 een tocht op het meer deed, gebruikte daarvoor eene dergelijke prauw, waarin 80 roeiers en 18 andere personen plaats namen. Dat de snelheid van een dergelijk vaartuig die eener marine sloep overtreft, behoeft geen betoog. Aan den boeg dragen deze prau wen een fraai gesneden rechtopstaanden paal, waar de aanvoerder der roeiers staat, die de maat aangeeft en de roeiers met stem en gebaren aanmoedigt. De opvarenden zijn steeds met geweer en mes bewapend. Buiten gebruik zijnde, worden de prauwen, ter voorkoming van diefstal, op den oever gesleept en onder afdaken bewaard. De nieuwste en meest betrouwbare bijzonderheden betreffende het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 423