422 heldere water als het ware zich zelf zuivert door de botsing met tallooze en kolossale rolsteenen of over eene laag zindelijke keisteen tjes vloeit, evenals.men dat in de Padangsche bovenlanden zoo veel vuldig' aantreft. Overal bestaat de bedding uit scherp zand en steen gruis. De stroomsnelheid is echter vrij groot en bedraagt b. v. in de Aik Maré Maré nabij Hoeta ni Simenanking [Lagoe boti] 0.6 a I M. per seconde. Bij de uitwatering in het meer is zij echter zoo gering, dat zandbanken en op enkele punten ook moerassige plekken van vrij groote uitgestrektheid worden gevonden, waar het stilstaande water wemelt van plantaardige bestanddeelen, bloedzuigers en dergelijke. Dergelijke poelen, die duidelijk herkenbaar zijn omdat het meer er niet door eene glinsterende strook wit zand is omzoomd, zijn zoowel in Baligé als in Tamboenan en Lagoe bori aan te wijzen en oefenen een ongunstigen invloed uit op de hygiënische voorwaarden, waaronder men aan den oever van het meer verkeert. Zijn de stroomende wateren weinig talrijk, ook waterleidingen komen betrekkelijk slechts schaars voor. Gedeeltelijk is het gebrek aan waterleidingen, een gevolg der tot nu toe voortdurende oorlogen, daar de oeverbewoners afgeschrikt werden om met veel arbeid en moeite lange leidingen aan te leggen, die op het oogenblik, dat zij voor de besproeiing der sawah's onmisbaar zouden zijn, door de kampongs die bovenstrooms liggen, om eene niets beduidende redeu vernield konden worden, of alleen intact worden gelaten tegen vrij hooge betaling. De voornaamste reden waarom zoo weinig groote waterleidingen worden aangetroffen en betrekkelijk dus zoo weinig velden besproeid kunnen wordenmoet echter gezocht worden in den eigenaardigen doorsneden vorm van het terrein. De loembangs maken het aanleggen van waterleidingen zeer lastig wil men al de vertakkingen volgen, dan krijgt de leiding eene ko lossale lengte en loopt bovendien gevaar door grondstortingen ver nield te worden. Het maken van houten leidingen over de diepe en breede ravijnen moet daarentegen vooral in deze boomlooze streek als een tamelijk groot en tevens kostbaar kunstwerk worden beschouwd. Met dit bezwaar tegen het aanleggen van waterleidingen moet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 428