425
Pokken (sisakot.) en koorts (mohop) zijn zeldzaam, eveneens beri
beri, die hier onder den naam „sigoer bahon" bekend is.
De meest voorkomende ongesteldheden zijn verkoudheden van
hals en borst, hetgeen wel te verwonderen is, de weinig afwisselende
temperatuur in aanmerking genomen, en wellicht aan de leefwijze der
inlanders moet worden toegeschreven. Syphilis is aan het Toba
meer onbekend.
Tot zoover de belangrijke mededeelingen van kapitein Haver
Droeze, welke haar karakter geheel en al ontleenen aan de op bldz.
418 vermelde opdracht.
Yan onze tegenstanders of liever gezegd van hen, die de toene
ming van ons gezag in de Toba landen met leede oogen aanzien, is
Singa 3fangaradja, de vorst van Bakara, de voornaamste. Wegens
de bovennatuurlijke eigenschappen, die het bijgeloof hem toeschrijft,
dragen de Batakkers hem eene bijzondere vereering toe. Zoo wordt
van hem verhaald, dat hij soms zeven maanden zonder voedsel of
tot drie maanden toe in slaap verzonken blijft. Alsdan voorzien de
goden in zijne behoeften. Zijne tong is met haar begroeid en zwart
van kleur. Als het regent blijft er waar hij gaat, een weg open
waar geen regen valt. Hij kan zonneschijn en regen geven naar zijn
welbehagen.
Hij weet alles wat men spreekt en wat men doet. Somtijds groeit
er een bamboestam uit den grond op, beschreven met bevelen, die
slechts door enkele ingewijden gelezen kunnen worden.
Dan volgt hij die bevelen op en gaat uit om ze uit te voeren ter
plaatse als bevolen is.
Yele geloovigen uit de omringende landen trekken naar Bakara
om gunsten van zijne wondermacht te vragen. Zij brengen hem
geschenken van groote waarde.
De tegenwoordige Singa Mangaradja neemt nl. geschenken aan
zijn in 1875 overleden vader deed dat niet. Dit priesterhoofd stond
in de laatste jaren van zijn leven op vriendschappelijken voet met
de zendelingen in Silindong, aa,n wie hij zelfs had aangeboden zich