427
en het Christendom veldwon, moest het ontzag voor hem afnemen
en daarmede ook de niet onbelangrijke inkomsten, die hij jaarlijks
van zijne heidensche geloofsgenooten trok. Geen wonder derhalve
dat hij op middelen bedacht was, om zoowel de dienaren van het
17ed. Ind. Gouvernement als de zendelingen van het Tobameer te
verdrijven, en spoedig bleek, dat zijn invloed op de lieden van zijn
stam nog groot genoeg was om zich een aanhang te verzekeren.
Daartoe bezocht hij de marktplaatsen [onans] in de onafhankelijke
landschappen ten einde daar zijne plannen uit een te zetten. Overal waar
hij zich vertoonde, werd hem niet alleen groote eer bewezen maar
werden tevens aanzienlijke geldsommen tot bereiking van zijn doel
opgebracht. Uitnemend wist hij van het aloude bijgeloof partij te
trekken, door met allerlei kunstgrepen en geheimzinnige vertooningen
de gemoederen ten zijnen gunste in beweging te brengen.
Van Simbolan over Samosir en Si Gaoel zijn tocht naar het Oosten
voortzettende, nam zijn aanhang gaandeweg toe, tot hij denl8enMei
te Oeloean was gekomen en van daar de nieuw ingelijfde landschap
pen met een inval bedreigde. De te Baligé gevestigde Controleur
achtte het onder deze omstandigheden raadzaam, dat spoedig een de
tachement van het garnizoen te Sipoholon naar Toba werd gezonden
en deed den Gouverneur van Sumatra's Westkust het daartoe strek
kend voorstel. Onmiddellijk werd door deze autoriteit in overleg met
den Militairen Commandant aan dat verzoek voldaan, zoodat de 2e
luitenant J. G. Spandaw reeds den 31en Mei met 50 bajonetten ia
het landschap Lagoe boti verscheen en in hoeta Simenanking zijn in
trek nam. Dit detachement -was voor 14 dagen van vivres voorzien.
Ieder man had 50 patronen hij zich. Twee vaatjes patronen maakten
de reserve munitie uit. Aanvulling van vivres en munitie zou uit
Sipoholon geschieden.
In den geneeskundigen dienst bij het detachement werd voorzien
door den officier van gezondheid 2P kl. R. A. H. Bruninghausen,
die tegelijkertijd van Siboga naar Toba werd gedirigeerd.
Volgens zijne instructie moest luitenant Spandaw, zoo mogelijk
zonder bloedvergieten, de rust in de nieuw onderworpen Tobalanden
bewaren. In geen geval mocht hij ten oosten van Hoeta ni Pa-
nanggara in het landschap Lagoe boti optreden. Den 26<"' Juni