37 Wij beweerden dat onze Yeld- en Bergartillerie onvoldoende sterk is. De voorzichtige onzjjdigheid van den Heer V. nemen wij niet in acht. Hij vergist zich als hij meent, dat er geen plan van defensie bekend is. Er is ivèl een plan bekend en tot dus verre is dat van 1848 nog van kracht, al is het onwillekeurig door veranderde toe- 8tanden feitelijk minder bruikbaar meer. Het het onbeslist zijn der defensieplannen (bladz. 10 der „Wenken") is bedoeld De eindbe slissing of Java tegen eenen Europeeschen vijaud hl of «iet zal wor den verdedigd en zoo ja, hoe? Een verbeterd, herzien plan dus. Zoolang derhalve geene officieele vervallenverklaring van het nu bestaande plan bekend is, is er een, en volgens dat plan is eene Veldartillerie onvermijdelijk noodig. Hare sterkte? Zij is afhan kelijk van die van het veldleger. Volgens de laatste organisatie bestaat dit, naar wij meenen, uit 18 veldbataillons, tellende 11000 man infanterie. Volgens tactische regels behooren daarbij 2/ stuk (2 a 3) per 1000 man; dit zou geven 28 stukken, zegge: 5 bat terijen met 30 stukken. Hierbij tellende 1/3 aan reserve, zoo zou de veldartillerie in ronde cijfers 7 batterijen van 6 stukken sterk moeten zijn. Wij hebben er slechts 4, dus te min 3 batterijen. De bergartillerie (de tegenwoordige) naar denzelfden maatstaf berekend, geeft weder 30 stukken. Telt men hierbij voor Atjeh 12 en voor Sumatra's Westkust en Celebes te samen, 6 stukken, dan verkrijgt men 48 vuurmonden waarbij 1 /3 aan reserve, dus in totaal 64 of in ronde cijfers 66 stukken, vormende 11 batterijen a 6 stuk ken. Wij hebben er slechts 5 (4 -f- S. W. K. en C.1) dus te min 6 batterijen. De eigenlijke bergartillerie (getrokken mortieren), wenschen wij in 2 batterijen, ieder van 12 mortieren, vereenigd te zien, ongeacht die mortieren, die bij de bergbatterijen, zoo noodig, moeten worden ingedeeld (1). Wij merken op dat de tactische verhouding der Artillerie tot de Infanterie, in de laatste jaren vermeerderd is. In Pruisen is zij bijna 3, in Frankrijk ruim 3 stukken per 1000 man Inf. Indische toe- (1) Wij spreken hier nog altijd van bergbatterijen, die straks, naar onze denk beelden, in lichte veldartillerie dienen te worden getransformeerd. Men gelieve hierop te letten. Wij trachten naar volgorde, de stellingen der „Wenken" toe te lichten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 43