435
Oeloean dringen. Tijdelijke bezetting van onafhankelijke landschappen
mocht niet plaats hebbenna de tuchtiging moesten de troepen dadelijk
op gouvernementsgebied terugkeeren.
In Bakara, Moeara of andere, aan deze zijde van het meer gelegen
landschappen, die in 1878 of later onze souvereiniteit erkend hadden,
konden de troepen, indien zulks noodig bleek, eveneens actief optreden.
Alvorens handelend op te treden, moesten alle kansen ernstig over
wogen worden, daar zelfs de schijn van échec moest vermeden worden
het succes moest verzekerd zijn.
Ha ontvangst dezer machtiging werd nu door den Resident aan de
hoofden van onafhankelijk Lagoe boti een ultimatum van vijf dagen
gesteld en geëischt, dat volgens landsgebruik zoowel de moordenaars
als de eigenaars van de marktplaats (onan), waar de misdaad op den
schrijver van den Controleur was gepleegd, eene geldboete zouden
betalen of dat de daders van den moord zouden worden uitgeleverd.
De hoofden Oempoe Saon Angin en Datoe Hari werden voor de
voldoening van het ultimatum verantwoordelijk gesteld. Eigenaren
van de marktplaats waren Oempoe Djoeara, Oempoe Tinggi, Oempoe
ni Handang, Oempoe Ronga bosi, Oempoe Toea Radja, Oempoe Tiang,
Pardapoer en Pardoendang.
Gedurende den loop van het ultimatum, werden nog zooveel mogelijk
inlichtingen omtrent sterkte en bewapening der weerspannige bevol
king ingewonnen.
Deze scheen niet van plan om aan te vallen maar ook geenszins om
de opgelegde boeten te voldoen.
Bij de terreinverkenning kon men de vijandelijke hoeta's tot op zeer
korten afstand naderen zonder beschoten te worden; wel bespeurde
men overal mannen en vrouwen druk bezig met het planten van
randjoe's.
Alleen Oempoe Djoeara, een der eigenaars van de marktplaats
waarop de schrijver vermoord was, trachtte te onderhandelen, doch
was blijkbaar te bevreesd voor zijne naburen en durfde alleen zich
niet aan de eischen van het Gouvernement te onderwerpen.
Den 28™ Juli eindigde het ultimatum zonder dat aan de daarin
gestelde eischen was voldaan.
De Resident verzocht dientengevolge den kapitein Genet tot de tuch-