441 hoe lang die oorlog duren zal, en hoeveel gesneuvelde officieren er gemiddeld per oorlog worden geteld. Bij de onbekendheid nu omtrent een en ander, zoude het onbillijk zijn, daarvoor, welk sterftecijfer dan ook, in rekening te brengen, waarvan alsdan het gevolg zoude kunnen zijn, dat de deelgenooten van een geheel ge slacht, zonder noodzaak, steeds onder den last eener verhoogde con tributie gebukt zouden gaan. De Commissie overwoog verder, dat tot het samenstellen van alles zins betrouwbare sterftetafels niet die van Lobatto omtrent de sterfte van de bevolking van Amsterdam, noch die van Wappaüs betreffen de de sterftewaarneming van 121 millioen zielen over 19 Europeesche Staten moest genomen worden, doch door haar zelve eene spiksplin ternieuwe sterftetafel moest worden ontworpen, met behulp van de voorhanden gegevens der sterftekansen van iederen JSTederlandschen officier en iedere Nederlandsche officiersechtgenoote. De Commissie oordeelde terecht, dat zij, wat de officieren betreft, hier te doen had met eene zeer eigenaardige klasse van menschen, waartoe alleen worden toegelaten zij, die ziels-noch lichaamsgebre ken hebben, en die dus in zooverre onder gunstiger levenskans verkeeren, maar die uit den aard van hunnen werkkring, dikwijls aan vermoeienissen blootgesteld, aan den anderen kant zooveel te meer sterftekans opleveren. Yoor de oplossing der tweede vraag, welk bedrag n. 1. door den officier moet worden gestort, om bij zijn overlijden door zijne we duwe of kinderen een door hem zelf te bepalen pensioen te doen genieten, werden door den kapitein der artillerie Krantz, den be kwamen wiskunstenaar, de vereischte formulen berekend. De derde vraag werd beantwoord in den geest van „David's" mee ning dienaangaande, voor wat betreft het verplichte contribueeren der ongehuwde officieren. De Commissie vroeg zich daartoe af, of werkelijk de ongehuwde officieren buiten de instelling stonden, met andere woorden, of zij er geen belang bij hadden, en redeneerde wijders op de navolgende wijze„het antwoord op de zooeven ge stelde vraag zou niet ver te zoeken zijn, indien alle officieren huw den dan toch zou hun belang vorderen, dat zij reeds in ongehuwden staat, in verband met de levens- en huwelijkskans op verschillende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 447