448
4. Sterftetafel van officieren (na het jaar 1840);
5. Sterftegetal van officiersvrouwen (na het jaar 1815);
6. Vergelijkend overzicht der jaarlijksche sterfte op 100.000 offi
cieren en evenzooveel officiersvrouwen
7. Contante waarde eener vrouwelijke lijfrente van f 100;
8. Tarief, aanwijzende de koopsommen in eens voor een weduwen-
pensioen van f 100, voor het geval dat de man ouder is dan
de vrouw
9. Als voren, als de vrouw ouder is dan de man;
10. Tarief aanduidende de jaarlijksche bijdragen voor een wedu-
wenpensioen van f 100, voor het geval dat de man ouder is dan
de vrouw;
11. Als voren als de vrouw ouder is dan de man;
12. htaat, aanwijzende de aan de kas verschuldigde inleggelden,
die niet aangezuiverd konden worden en mitsdien voor de instelling
zijn verloren gegaan
13. Balans N°. 1 op de baten en lasten der kas, dienende tot aan
wijzing van den stand der rekening op 1 Januari 1880, met bijlagen
gemerkt A tot en met M.
14. Balans N 2 als voren berekend naar de vastgestelde grondslagen.
Bedoeld Rapport, dat een uitvloeisel was van een door den mi
nister van oorlog Den Beer Poortugael aan eene Commissie van 5
officieren gedane opdracht, werd spoedig daarop door een „Nader
Rapport gevolgd, naar aanleiding van eenige vraagpunten die de
minister van oorlog Reuther alsnog aan de Commissie vermeende te
moeten stellen.
Deze niet van belang ontbloote vragen behelsden
1°. of het geen overweging verdiende, de bestaande Weduwen- en
Weezenkas op te heffen.
2e. of de gehuwde officieren niet zouden kunnen worden vrijgelaten
in de keuze, om al of niet tot het deelgenootschap aan de kas toe
te treden.
3'. of, voor het geval het verplichte deelgenootschap noodzakelijk
werd geacht, het doen van bijdragen aan de kas ook van de onge
huwde officieren zou kunnen worden gevorderd en zulks met het oog-
op de solidariteit, die tusschen de officieren bestaat;