465 op militair bezet gebied. Maar, zal de geachte schrijver wellicht zeggen, toen was het toch uit, vooral na aankomst der troepen uit Frankrijk 't was maar eene quaestie van transport. Zoo ja, hij zal zich vergissen. De nieuwe opstand werd nog niet gedemptzelfs niet toen omstreeks den tijd dat de inboorlingen in de provincie Oran 80000 hectares bosch van het domein verbrandden, de kolonel Négrier op den 15™ Augustus El-Miod-Sidi-Scheick, de heilige stad welker bevolking Bou-Anema was gevolgd, zonder weerstand te ontmoeten had genomende huizen had laten verbrandende vruchtboomen had laten omkappen en het graf van Sidi-Sheick, grondvester van den stam, had laten schenden, door diens overblijfselen in eene kist per kameel naar Géryville te doen vervoeren, en vervolgens de koubba [kapel] waarin die overblijfselen waren begraven, en waarin boven dien nog twee der zonen, een broeder en de vrouw van den marabout waren ter aarde besteld, te doen in de lucht springen. (18) Niette genstaande in den aanvang van November drie colonnes, elk verge zeld van een goum van ongeveer 200 ruiters, en een transporttrein van 2000 kameelen, den vijand afbreuk trachtten te doen, n. 1.; de le onder den generaal Colonieu, sterk één batn. tirailleurs, 4 eskadrons cavalerie en 2 batterijen van uit Mecheria; de 2e, sterk 3 batn. Zouaven en 1 eskadron husaren onder den generaal Louis van uit Sebdoer, en de 3e, sterk 1 batn. Zouaven, 1 bat", tirailleurs en 1 bat11, van het vreemden legioen met 2 eskns. cavie. en een sectie artie. onder den kolonel Négrier van uit Géryville, en de opstande lingen op den 5en November door de generaals Louis, Colonieu en Dele- beque uit de positie van Djebel Beni Smir werden verdreven, om zich weder te nestelen in het défilé van Founassa, dat de generaals Colonieu en Louis met den kolonel Swiney hen eenige dagen later onder aanvoe ring van den generaal Delebeque, zonder weerstand te ondervinden, deden verlaten, en niettegenstaande Bou-Anema in den aanvang van April 1882, naar Fransche berichten, door de colonne Marmet een vrij gevoelig verlies werd toegebracht, werd toch op den 26en April 1882, een detachement van het vreemden legioen, sterk twee com pagnieën [350 man], belast met het begeleiden eener brigade der to pograph sche opname, tusschen de schott-Chergui en Aïn-ben-Khellil, door 2000 vijandelijke ruiters aangevallen, en met een verlies van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 471