466 [volgens Fransche opgave] 50 dooden, waaronder 2 officieren, en 20 geblesseerden, slechts door de koelbloedigheid van den luitnt. Delcroix der topographische opname gered. De generaal Colomeu en de kolonel Négrier beproefden met hunne colonnes den vijand voor dit laatste feit te straffen. Of zij geslaagd zijn, is mij on bekend. Alleen weet ik, dat Maurice Wahl in 1882 zeide, dat de weinig gevaarlijke, maar vreeselijk vermoeiende veldtocht van den vorigen zomer in zijne gevolgen zeer onvruchtbaar was geweest, omdat men wel eenige palmboomen had omgehouwen, en koubba's van Marabouts vernield, maar de vijand zich steeds aan de vervol ging had onttrokken, gereed om op nieuw te verschijnen wanneer het oogenblik hem gunstig zoude voorkomen."Wat zoude in 1881 ge beurd zijn, wanneer het leger van Algérië weer, zooals in 1871, in het moederland had moeten strijdenin plaats van met versche troepen in Tunis bezig te zijn, en onmiddellijk na het uitbreken van den opstand versterking uit Frankrijk te ontvangen. X. die er den I. P. eene grief van maakt, dat hij gezegd heeft, dat eene vergelijking tusschen de verovering van Algérië en Atjeh onmogelijk is, ontwijkt eene dergelijke vergelijking, waar hij maai eenigszins kan, en op eene in het oog vallende wijze, waarschijnlijk bevroedende, dat zij niet in zijne kraam (het woord is van hem) te pas komt. Hij geeft hoog op van de voorspoedige wijze waarop de kuststreek, welke Teil genoemd wordt, door de Fransche, Spaan- sche en andere kolonisten wordt geëxploiteerdvan de vele werken, die de Franschen in dit gedeelte van Algérië hebben aangelegdvan de spoorwegen en de telegraphische verbindingen die er te vinden zijn, van de kunstwerken van allerlei aard, bruggen, waterreservoirs, waterleidingen enz. die zijn daargesteld ja zelfs van den geur van citroen en oranjebloesems, die U daar tegenwaait. Maar hij ver geet daarbij te voegen, dat dit alles, veel, zeer veel opofferingen heeft gekost, om zich daarna af te vragen of wij, Atjeh eenmaal veroverd zooals hij dat wil doen, daar 't zelfde zouden kunnen daar- stellen. Wil hij, terwijl elders in den Indischen archipel tal van eilanden, alleen wachten op Europeesch kapitaal, om, zonder dat het voeren van een uitputtenden oorlog noodig is, of de bevolking, ten koste van naar verhouding niet minder bloed en geld dan Algérië

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 472