474 iu getalsterkte verre overtreffen, hebben ze niets met de Arabieren gemeen (24). Toch wel iets, zou ik zeggen, n. 1. dat ze [daargelaten dat ze ook Mahomedanen zijn] met de Arabieren in 't zelfde land wonen, waarvan Bugeaud zeide [ik citeer alweder de woorden van X.] dat de verovering in zijn geheel het eenige was wat Frankrijk te doen liad. En de Kabylen wonen niet in 't verre Zuiden, onder de Touaregs maar langs de kust, eenige uren van Algiers, zoowel ten Westen als ten Oosten, want de bewoners van 't Ouarensenis en van 't Dahra-gebergte, mogen er voor een groot deel ook onder gerangschikt worden. Sprak de I. P. nu onwaarheid, toen hij be weerde, dat Algérië in 1851 en in 1857 nog niet onderworpen was, omdat de Franschen in die jaren niet tegen de Arabieren maar tegen de Kabylen streden? De Kabylen een ander volk dan de Arabieren. Zeer zeker! Dat ondervonden de Franschen, toen ze beproefden, 't zij om de woorden van Bugeaud waar te maken, 't zij om lauweren te plukken, ook de Kabylen ten onder te brengen. Zie hier wat Edouard Cat in het opstel in de Revue Nouvelle waarvan ik in mijne aanteekening N°. 21 melding maak, omtrent dat ten onderbrengen zegt: Confondant les Ivabyles et les Arabes, nous avons voulu les traiter par le mêrne régime, le régime du sabre. Nos gouverneurs inili- taires ne pouvaient souffrir qu'on laissait les Kabyles insoumis sur les montagnes; ils y demeuraient tranquilles, labourant et commer- gant comme jadis, tout prêt a accepter non pas notre domination, mais notre protectorat. On se les représentait comme hostiles et mena- cants paree qu'ils ne voulaient pas renoncer a ces libertés communales qu'on leur avait laisseés depuis des siècles. On cominenga contre eux une longue et terrible guerre; les fiers Kabyles défendirent leur sol pied a pied et tombèrent en héros, mais nos troupes allèrent jusqu'aux sommets neigeux du Djurjura; elles construisireut des forts et des routes, la Kabylie parut soumise, mais elle frémissait sous le jougces frangais, qu'elle eut acceptés comme des protecteurs pacifiques, elle ne pouvait les souffrir en tant que maitres, avec leurs appareils militaires, avec les abus que commettaient quelques-uns d'entre eux. Quand notre patrie euvahie par l'étranger dut rappeler ses soldats d'Afrique, la Kabylie en profita pour se soulever. Cette terrible

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 480