42 Ten slotte moeten wij hier vermelden, dat wij, alvorens tot de plaatsing van dit antwoord besloten werd, indachtig zijn gemaakt op de constructie van eene verdeelbare bergaffuit, die eerstdaags ter aanneming zou worden voorgesteld en dat daardoor het door ons genoemde technische bezwaar zou zijn opgeheven, zoodat het zwaarte punt van ons betoog dientengevolge geheel verplaatst werd, zoo niet verviel (1). Wij wisten dat zoodanige affuit ontworpen maar niet, dat eene definitieve invoering nabij was. De heer Y. heeft evenwel van deze nieuwe affuit geen woord ge sproken ja zelfs uit zijn opstel valt af te leiden, dat hij van de defi nitieve invoering even onkundig, misschien nog onkundiger was dan wij, want anders zou hij stellig niet hebben verzuimd ons daarmede, even als hij met de getrokken mortieren deed, te wederleggen. Wij bevonden ons met ons antwoord aan den heer "Vdus volko men op hetzelfde terrein en meenen dat de in te voeren affuit daarin ook nu nog geene verandering brengt, dan alleen dat wij het tech nische bezwaar, dat wij op 't oog hadden, niet opgeheven achten, maar zelfs dat het in gewicht toeneemt. Het transporteeren van verdeelbare schietgestellen is o. i. eene onoverkomelijke hinderpaal voor de slagvaardigheid. Met deze affuit is het vervoer op één lastdier van het ruim 100 kg. zware kanon niet weggenomen en dien last achten wij te zwaar. Daarin kan ook geene verandering ten gunste komen, omdat het bergkanon in kaliber met het veldkanon niet mag verschillen en uit den aard der zaak onverdeelbaar is en blijft. (1) Deze opmerking kwam van de zijde der Redactie, die vermeende dat de schrij ver daarin wellicht aanleiding zoude vinden, zijn artikel terug te nemen of te wijzigen. Toen ZIIEG. echter op plaatsing bleef aandringen, bestond harerzijds daartegen geene verdere bedenking, ook al blijft zij van meening, dat de verdeelbare affuit het technische bezwaar tegen gedragene bergartillerie veel van zijne waarde doet verliezen. Dat ook liet kanon zoo, noodig, niet verdeeld zou kunnen worden, zooals de schrijver eenige regels verder beweert, wordt weersproken door de Engelsclie bergartillerie die een in drie stukken verdeelbaar kanon van 63.5 m M. bezit; het voor-met mid delstuk is even zwaar als het achterstuk en weegt 90.7 kg. (Die Gebirgsartillerie in den Europaischen Armeen, von Carl Beckerhinn. Wien 1883). Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 48