497 zijne gedachten zóó exact weêrgeeft, dat alle lichtvaardigheid bij wat hij neêrsehreef', blijft uitgesloten. Wij bedoelen het aange- teekende door den markies Brau de St. Pol-Lias in zijn werk Chez les Atchés," waar hij, omtrent het mislukken der eerste Atjeh-expe- ditie, het navolgende zegt: „Des rivalités, des eompétitions et sur- tout la perte de sou commandant, le géneral Kohiertué le 16 Avril, dix jours après le débarquement, font échouer l'expédition, qui se rembarque le 23 du mcme mois pour retourner a Batavia." Steeds zijn wij begaan geweest met het lot van den Generaal, die onder toestanden, als zich bij de eerste Atjeh-expeditie voordeden, geroepen werd, eene zoo hoogst gewichtige taak op zich te nemen, en te midden der afdoening het leven liet. De heer K. doet uitkomen, dat hij zijne stukken onderteekent in het belang der zaak, die hij voorstaat, en niet uit ijdelheid. Wij willen dit gaarne aannemen, maar dat „bescheidenheid" ook een factor zijn kan, waarom men zijne stukken niet onderteekent, ziet de heer K. geheel over het hoofd. Wij schrijven niet allen met die gemakkelijkheid, den heer K. eigen; dit is eene gave die door het „al doende leert men" onzes inziens slechts gedeeltelijk te bereiken is, en een tijd en lust veron derstellen, waarover niet ieder beschikt. Of nu die gave, die zich in onzen tijd meer en meer ontwikkelt, in alles een aanwinst is en geen schuld heeft aan de oppervlakkige geschriften, die ons zoo nu en dan ouder de oogen komen, durven wij niet te onderschrijven. Het komt er ook vooral op aan, wat men het belang der zaak noemt. In een artikel „Ombiliën kolen," vinden wij, omtrent de richting eeuer spoorlijn, in verband met de exploitatie der Ombiliën velden, in het Algemeen Dagblad van Ned. Indië van 10 December des vorigen jaars, het navolgende aaugeteekend „Terwijl alle andere volken er aan denken om hunne bezittingen in het Oosten te bevestigen en te versterken, blijven wij met het grootste cynisme de leer der onverschilligheid huldigen en zelfs hier, waar men zonder kosten voor den Staat en met minstens evenveel voordeel in de lijn van industrie en landbouw, een plan zou kunnen volgen, dat geheel met de belangen der landsverdediging strookt, komt een oud-majoor der genie, ons

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 503