506 loozing der krachtige hulpmiddelen als aanleg van spoorwegen, telegrafen, eene goede regeling van den observatie-dienst langs de kust, allen maatrege len, waardoor het mogelijk zal zijn bijtijds troepen op het landingspunt bijeen te hebben, om de landing zoo niet te beletten, dan toch zeer te bemoeilijken. Geene door kunst versterkte stellingen, anders dan eene reduitstelling in het binnenland, waar magazijnen, hospitalen enz. gevestigd moeten worden en die dan ook tot het uiterste verdedigd moet worden, wanneer de vijand tot zoover doordringtalle andere door kunst versterkte stellingen zijn slechts magneten die eene verderfelijke aantrekkingskracht op het mobiele leger zouden uitoefenen, getuige de stelling te Meester-Cornelis in het jaar 1811; ons leger, dat bij zijne actieve verdediging steeds mobiel moet blijven, vindt op zijne operatielijnen natuurlijke stellingen genoeg, welke in korten tijd zeer sterk te maken zijn. Met den S. zijn wij het eens, gelet op zijne le stelling, dat er geene refuge havens buiten de bestaande te Tjilatjap moeten worden aangelegd. Yan die kustbatterij heeft de heer Y. echter te grooten dunk; alvorens haar van slapende torpedo's (die er niet zijn) en van electrisch licht te voorzien, moeten er nog heel wat andere eischen ge steld worden, om die stelling aan hare bestemming te doen beantwoorden. De heer Y. wil echter Tjilatjap niet behouden als steun voor de zeemacht of refuge haven, doch geeft daarvoor aan de groep der Duizend-eilanden benoorden Batavia. Indien de onderstelling van den S. blijkt juist te zijn, dat de schepen binnen die eilandengroep verdekt kunnen worden opgesteld, en dat de toegangen door slapende torpedo's zijn af te sluiten, dan zoude die maritieme stelling zeker verre de voorkeur verdienen boven eene haven, die zoo gemakkelijk te blokkeeren is, en dan zal zeer zeker, zooals S. zegt, die eilandengroep zich beter eigenen als point de depart voor een guerilla-oorlog, dan eene versterkte haven. Ook zijn voorstel om drijvende kolen-stations te maken, door particuliere schepen als zoodanig eene geheime bestemming te geven in onze uitgebreiden archipel, komt ons noodzakelijk en practisch voor, bij het totaal gebrek aan versterkte kolenstations. De stelling dat de zeemacht eerste linie van defensie moet zijn, wordt door den heer Y. uitvoerig toegelicht, waardoor het duidelijk wordt, wat hij hieronder verstaat, n. 1. de factor waarmede de vijand in de eerste plaats reke ning dient te houden. Op deze wijze uitgelegd, hebben wij vrede met de uitdrukkingeneerste linie van defensie en maritieme verdediging van Indië. Dat de sterkte der zeemacht zoo hoog moet opgevoerd worden als onze middelen zulks toelaten, zal wel ieder beamen, en dat die zeemacht zoolang mogelijk actief moet blijven, behoeft geen betoog. Maar dat die zeemacht in massa zal moeten optreden, om den vijand den eersten stoot toe te kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 512