Mysore heeft eene bevolking van meer dan 5,000,000 zielende inkom sten van dien Staat bedragen 1,250,000, waaruit zich laat afleiden dat in Mysore per hoofd evenveel betaald wordt als door de rechtstreeksche onderdanen van de Keizerin van Indië. De Maharajah of Yorstkaneen leger op de been houden van 2000 man infanterie en even zooveel cava lerie, in werkelijkheid heeft hij slechts het vierde gedeelte daarvan onder de wapens. Het Britsche kantonnement te Bangaloratot welks onderhoud de Maharajah ongeveer 250,000 per jaar bijdraagt, dient bijna uitsluitend tot het bewaren van de rust en veiligheid in Mysore. De Rajpootana-$M&tQ\\ worden bestuurd door vorsten, die tot de oudste aristocratie van Indië behooren. OodeyporeJeypore en Jodhpore zijn de voornaamste. De bevolking van Oodeypore of Meywar telt 1,200,000 zielen, terwijl de inkomsten van den Maharana of Vorst ongeveer 650,000 bedragen. In hoofdzaak wordt deze som besteed aan het onderhoud van een leger van 14000 man infanterie, 6000 ruiters en 538 vuurmonden. Uit een militair oogpunt beteekent deze legermacht niet veelhaar ontbreken eene behoorlijke organisatie, de noodige samenhang en de kennis van de heden- daagsche vechtwijze; bovendien is de bewapening verouderd. Jeypore met eene bevolking' van 2,000,000 zielen en een bedrag van 500,000 aan staatsinkomsten is de minst zwaar belaste en de best bestuurde onder de Rajpootana-Staten. Toch houdt ook de Vorst van dit rijk een buiten sporig groot leger op de been van 15000 man infanterie, 3500 man cavalerie en 300 stukken geschut, vermoedelijk alleen om niet bij Oodeypore achter te staan. De derde onder de voornaamste Rajpootana-Staten is Jodhpore, waar van de Maharajah of Vorst op eene bevolking van 2,000,000 zielen en eene som van 250,000 aan staatsinkomsten, eene legermacht onderhoudt van 5000 man infanterie, 3500 ruiters en 270 kanonnen. Tot onderhoud van het zoogenaamde Erinpoor a-c,ontingent, in de plaats getreden van het voormalige legioen van Jodhporedat in 1857 tot muiterij oversloeg, draagt de Maharajah een som van 10,000 per jaar bij. De legers van de drie voornaamste Rajpootana-Staten te zamen verte genwoordigen eene krijgsmacht van 34000 man infanterie, 13000 ruiters en 1108 vuurmonden; voegt men hierbij de troepenmacht van de overige RajpootanaStsiten (zie hieronder), dan blijkt, dat de Rajpoot-vorsten ge zamenlijk een leger op de been hebben veel grootef dan het geheele En- gelsche leger in Britsch-Indië.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 518