622
Artillerie.
Genie.
Militaire Administratie.
Geneeskundige dienst.
ONTSLAGEN.
bij het garn. bat. van Sumatra's Westkust, de kap. H. L. Vorstenbos van het 17e bat.,
bij het garn. bat. van Palembang, de le luit. J. J. Clerkx van het 12e bat.,
bij het garn. bat. van Atjeh en Onderhoorigheden, de le luit. J. Beets en A. A. A.
M. Yan Goor en de 2e luit. M. Yan den Berg, respectievelijk van het le bat., van
het 7e bat. en van het subs, kader te Padang,
bij het subs, kader te Batavia, de 2e luit. J. Stam van het 10e bat.,
bij het subs, kader te Padang, de kap. A. E. Albrecht en de 2e luit. P. J. Manden,
beiden van het garn. bat. ter Sumatra's Westkust,
bij het strafdet. te Klatten, de le luit. W. A. J. Van der Meulen van het 4e bat.
Bij de 19e comp te Palembang, de le luit. G. C. Manders, adjunct bij het comm.
der art. in Atjeh en Onderhoorigheden,
als adjunct bij het comm. der art. in Atjeh en Onderhoorigheden de le luit. E.
A. A. Triebart van de le comp. (le veldb.) te Batavia,
als directeur der pyrotechnische werkplaats tevens inspecteur der buskruit-fabricage
te Soerabaja, de kap. J. H. A. Yan Wijhe, thans aldaar ter beschikking, zullende
hy in verband daarmede bij zijn wapen worden gevoerd „a la suite".
Bij den Staf van het wapen in Atjeh en Onderhoorigheden, de le luit. J. A. Neb-
bens Sterling van den Staf van het wapen te Semarang.
Bij het gew. mag. van kleeding en uitrusting te Semarang, de kap. kwart. A. A. C.
Harting van de intendance te Soerabaja,
bij de intendance in de le mil. afd. op Java, de kap. int. D. Hasselaer van de
Ye afd. van het Departement van Oorlog,
bij het garn. te Banjoe Biroe, de 2e luit. kwart. A. Abels van het liosp. te Willem I.
Bij het garn. te Soerabaja, de mil. apoth. der le kl. II. W. J. Cowan van het liosp.
te Weltevreden.
Op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol uit Z. M, millitairen dienst, met
behoud van recht op pensioen, de maj. der art. J. L. Yan Wijhe, de maj. int.
A. J. Cochius, en de kol. chef over den gen. dienst Dr. J. J. W. E. Van Riemsdijk,
eerstgenoemde onder toekenning van den titulairen rang van luit. kol. en laatstge
noemde met ingang van 2 Mei 1885,
