533 Het munitieverbruik bedroeg 81 granaten tot 12cm Mr. en 7600 infanterie patronen. In overleg met den Resident besloot kapitein Genet den volgen den morgen 30 Juli om 5 ure de tuchtiging te hervatten indien niet vóór dat tijdstip door de weerspannige hoeta's het dubbele der boete was betaald, die aanvankelijk voor het eindigen van het ultimatum was vastgesteld. Nog dienzelfden avond deelde de Resident echter mede, dat alle hoofden behalve Oempoe Tinggi en Datoe Harizich daartoe bereid verklaarden, en eenigen reeds begonnen waren, bij gebrek aan gereed geld, karbouwen en goudwerken te brengen. Daar het taxeeren dezer goederen nog al tijd vereischte, werd besloten het hervatten der tuchti ging twee dagen uit te stellen. De hoeta Tinggi bleef inmiddels door de beide sectiën onder luit. Rojer tot 1 Augustus bezet, op welken datum ook Oempoe Tinggi zijne verzwaarde boete voldeed. In het begin van Juli waren 5 gedroste dwangarbeiders naar Si Goempar uitgeweken, en aldaar door de Batakkers met lanssteken afgemaakt. De hoofden van dit landschapvreezende dat de colonne ook hunne hoeta's zou aantasten en voor dien moord zou tuchtigen, boden hunne onderwerping aan, voldeden eene boete van 500, erkenden de souvereiniteit van het Nederlandsch-Indische Gouverne ment en legden den daartoe voorgeschreven en in de Bataklanden gebruikelijken eed af'. Toen in den avond van den len Augustus, Datoe Hari de opgelegde boeten niet voldaan hadwerd besloten diens hoeta den volgenden dag aan te vallen. Oempoe Djoeara, die den 29en Juli tegen onze troepen gestreden had, gaf des avonds de volgende inlichtingen: „Datoe Hari heeft slechts ééne hoeta. Hij zelf, Pangaribar en „de andere radja's zijn reeds gevlucht; er zijn nog 16 geringe lieden, „die elk een geweer hebben en zich wel niet hardnekkig zullen ver dedigen. „De hoeta heeft 2 wallen, 3 grachten 2 breed, vol water „en modder, waarin men tot het middel inzinkt. Zij ligt temidden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 539