47 in tailles. Men zag lange soldaten met kleiue, daarentegen kleine personeu met groote lioeden loopen. Zooals gezegd, waren ze wederom van inlandsche grondstof ver vaardigd, inwendig met groen katoen en uitwendig met grijs, geke perd katoen bekleed. In den hoed bevond zich een rand, bestemd om tegen het hoofd te sluiten, terwijl tusschen rand en hoed venti latie kon plaats hebben door de aldaar aangebrachte, slangsgewijze gebogen, met leder bekleedde reepen van de eene of andere buig bare zelfstandigheid. Die plaatsing was geschied in nabootsing van iets dergelijks, dat zich bevindt in de gemeenlijk in den handel ver krijgbare helmhoeden, die in Indië veel gebruikt worden. Ofschoon nu de hoed van 1882 over het algemeen iveêr niet geheel en al onbruikbaar genoemd mocht worden, zoo was hij toch, goed beschouwd afgescheiden van de gebrekkige fabricage niet voor het leger geschikt. Het overtrek was niet bestand tegen de vochtige Indische lucht en begon alras die zwarte spikkeltjes te vertoonen, die men het weêrnoemt. Bij regen werd de hoed zeer zwaar, terwijl hij toch al niet licht genoemd kon worden, niettegenstaande de Indische grondstof. De hoed was en door de binnenbekleeding en door den rand met ven- tilatietoestel, niet rein te houden, waarvan het gevolg is geweest, dat walgelijk ongedierte zich daar tusschen nestelde, zoodat de hoeden later allen ten vure gedoemd moesten worden. De kleur van den hoed op marsch en te velde grijs was niet practisch, eerstens omdat grijs in Indië eene teêre kleur is die spoedig in eene vuile kleur verandert, ten andere omdat lichte kleuren te velde vermeden moeten worden, redenen waarom dan ook het witte ledergoed in zwart is veranderd en vroeger de witte kappen op de mutsen afgeschaft werden. Summa summarum had ook deze hoed niet behoeven beproefd te worden, omdat men te voren reeds een afkeurend oordeel daarover had kunnen hooren. Ik zeg dit niet met de bedoeling om den maatregel te bedillen, maar meende te moeten aautoonen, op welke wijze eene eenvoudige zaak soms een langdurig verloop kan krijgen. Dat een helmhoed nuttig en noodig, ja dringend noodig is, heeft

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 53