538 van den smaak, geene algemeen geldende regels kunnen gesteld worden. Aannemende, dat door den geachten schrijver hier bedoeld wordt, dat hij die bevestiging put uit de omstandigheid, dat zijne proeven naar den meer of minder goeden smaak van het bewuste vleeschpoeder geheel verschillende uitkomsten opleverden met de mijne, dan nog komt mij het verband, dat daartusschen en de aangehaalde woorden van prof. Huizinga zoude moeten bestaan, niet recht duidelijk voor. Terwijl deze namelijk in zijn geschrift door voorbeelden aantoont, dat, ten opzichte van den smaak, bij de onderscheidene volkeren of volksstammen de meest uiteenloopende en tegenstrijdige richtingen kunnen worden waargenomen, en voorts opmerkt, dat de smaak van de meeste menschen al zeer weinig ontwikkeld is, meent de heer H. daaruit de gevolgtrekking te moeten maken, dat dus over den smaak van eenig voedingsmiddel wanneer het geldt, de beoordeeling of het al dan niet tot voedsel van den soldaat kan worden gebezigd niet valt te twisten. De heer H. houde het mij ten goede, dat ik zijne zienswijze in dit opzicht hoegenaamd niet kan deelen. Integendeel, al moge het waar zijn, dat, in den zin als door prof. Huizinga bedoeld wordt, geene algemeene regels voor den smaak gesteld kunnen wordente ontkennen valt het nietdat bij eene bepaalde categorie menschen wier leefwijze, gewoonten enz. in vele opzichten overeenkomeneven eens eene zekere overeenkomst in smaakgewaarwordingen kan worden waargenomen. Dit is o. a. ook het geval met den soldaat, hoewel zich bij dezen even goed de door den heer H. bedoelde individueele afwijkingen zullen voordoen als bij anderen. De omstandigheid nudat de soldaat, in den regel, niet vrij is in de keuze van de levensmiddelen voor zijn voedsel, en hem die vrijheid om verschillende redenen ook niet gegeven kan worden, legt aan hen, welke in het leger met de zorg voor zijne voeding belast zijn, de verplichting op, om, bij het sa menstellen van de rations levensmiddelenook met den bijzonderen smaak van den soldaat zoo goed mogelijk rekening te houden. Een ration, hetwelk de noodzakelijke voedingsstoffen in voldoende hoeveelheid en in behoorlijke verhouding bevat, voldoet daarom nog niet aan de eischen, welke men aan een goed voedsel moet stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 544