552 waaruit, bij de bereiding der spijs, het voor het voedsel overtollige zout door herhaald wasschen en afkoken verwijderd kan worden. De bewering, dat het niet samengeperste Carne pura, zelfs onder ongunstige omstandigheden, gedurende eenige jaren zonder te bederven bewaard kan worden, is dau ook geheel onjuist. Integendeel, her haalde proeven hebben mij de overtuiging gegeven, dat hier de prac- tijk niet in strijd is met de theorie. Wanneer het Carne pura verpakt is in de kartonnen hulzen, waarin het in den handel voorkomt, dan bezit het nagenoeg denzelfden geringen graad van duurzaamheid als alle andere door uitdroging geconserveerde en tot poeder vermalen georganiseerde stoffen, welke niet van de lucht zijn afgesloten. Een monster vleeschpoeder, dat sedert Augustus 11. door mij in eene zeer droge kast bewaardt wordt, is tot dusverre in goeden staat gebleven, dat wil zeggen, de walgelijke reuk, dieu het reeds oorspronkelijk bezat, is in dien tusschentijd niet vermeerderd. Daarentegen was een ander monster in een min of meer vochtig vertrek reeds na 14 dagen geklonterd, terwijl daaraan na eene maand zeer duidelijke kenteekenen van ontbinding konden worden waargenomen. Gunstiger uitkomsten verkreeg ik met het zoogenaamde „Fleisch- gries", een mengsel, bestaande uit fijn gehakt vleesch, tarwemeel, knoflook, uien en verschillende specerijen, dat, evenals het Carne pura, gedroogd en fijngemalen is. Een monster van dit meel, dat te gelijk met het laatstbedoeld monster Carne pura in hetzelfde vertrek werd geplaatst, bleek eerst na ruim drie maanden tot bederf te zullen overgaan. De huls, waarin het verpakt was, bestond wel is waar uit iets zwaarder karton dan die van het Carne pura, doch het komt mij voor, dat dientengevolge geen noemenswaardige invloed werd uitgeoefend. (1) Ontegenzeggelijk kan de werking der vochtige lucht op het Carne pura verminderd wordendoor het vleeschmeel tot tabletten of pa tronen samen te persendoch men stelle zich niet voordat het aldus de duurzaamheid zal verkrijgenwelke voor legerconserven (1) Het is wellicht niet overbodig, er de aandacht op te vestigen, dat het „Fleischgries", hetwelk vroeger voor het Oostennjksche leger reglementair was aan genomen, in de practijk minder goed voldaan heeft en de conserven voor dit leger thans uitsluitend uit in bussen verduurzaamde levensmiddelen bestaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 558