581 Artillerie wel grooter is dan de snelheid waarmede de Infanterie zich beweegt, maar toch zeldzaam boven 90 m. komt. Ik schrijf dit toe, zoowel aan de mindere bepakking, als aan de meerdere vrijheid van beweging van het individu en aan de meerdere animo, opgewekt door de poging, de beweging der paarden te volgen. En wat nu de marschsnelheid onzer Bergartillerie betreft, het gaat niet aan om voorbeelden aan te halen, wat men haar nu en dan heeft zien doen, maar men moet, beredeneerd te werk gaande, uitmaken, wat van haar mag gevorderd worden. Maar het is niet noodig hieromtrent nog veel te zeggen. Nogmaals de Vlaming's Elementaire tactiek opslaande, lezen wij op blz. 21 „De snelheid van beweging der artillerie te velde komt in vlak terrein „met die der cavalerie overeen. Yan alle drie de wapensoorten „wordt echter de artillerie door de terreinsgesteldheid het sterkst in „hare bewegingen belemmerd." En na op blz. 20 de snelheid van beweging der infanterie tot die der cavalerie als zich verhoudende van 1 tot 2 te hebben opgegeven, lezen wij daar: „In doorsneden, „bergachtig terrein, verandert daarentegen de verhouding ten gunste „der infanterie en bij zeer groote moeielijkheden van het terrein kan „de infanterie nog in verspreide orde vooruitkomen. Wat dunkt u, is mijn grondslag logisch geweest? Handel ik verkeerd, wanneer ik als uitgangspunt van de snelheid der Bergartil lerievoor een deel samengesteld uit tweebeenige individu's de snelheid der infanterie aanneem? Bovendien, al hadde ook die Bergartillerie de snelheid der Cavalerie, wat zou haar dit baten. Zal zij hier ooit met Cavalerie zelfstandig samenwerken? En zal zij zich dan, met Infanterie samenwerkende, niet naar de snelheid van deze moeten regelen, en omgekeerd En moet dus in het gunstigste geval, de snelheid van beweging der Infanterie niet de grondslag zijn Evenwel zoude het nog mogelijk zijn, dat de Bergartillerie ook tot snellere bewegingen dan de Infanterie in staat is. Deze snelheid zou dan voor het uitvoeren van elementaire bewegingen en evolutiën kunnen worden toegepast, en dienen wij dit aldus nog te overwegen. Allereerst dan stuiten wij weer op de gecombineerde samenstelling onzer Bergartillerie uit twee- en vierbeenige individu's, combinatie,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 587