582 die hier alles beheerscht, omdat zij in dit geval tot tweebeeuig snelheidsmaximum dwingt, dewijl niet, zooals bij de Nederlandsche Veldartillerie het geval is, door het doen opstijgen en opzitten der bedieningsmanschappen, een vierbeenig sneiheidsmaximum te be reiken is. De maximumsnelheid van den soldaat wordt in den looppas gekregen, met 165 passen van 0.80 m., dus bedraagt 132 m. inde minuut. G. meent dat een draf van 200 pas in de minuut bruikbaar zal blijken. Welnu, 200 pas komt overeen met 150 m. En de logische bewijstrant volgende, die G. op blz. 371 gebruikt, vraag ik hoe hij de zooveel kleinere Inlanders eene snelheid van 150 m. wil doen krijgen, terwijl voor den zooveel grooteren Europeeschen soldaat, 132 m. als maximumsnelheid wordt aangenomen. Begrijp wel, maximumsneW\e\A. G. ging bij zijn bewijs uit van de in Nederland aangenomen gemiddelde stapsnelheid Een draf van 200 pas noemt G. een korten draf; ik heb het een zeer korten draf genoemd, thans zeg ik, de allerkortste draf die met mogelijkheid nog even uitvoerbaar is, zonder beslist in een sukkeldraf over te gaan, en daarbij is het voor de bediening nog even mogelijk te volgen, maar uitputtend. De Ruiterschool geeft voor den korten draf op: 225 pas. De Nederlandsche Artillerie berekent de drafsnelheid op 200 m. of ruim 265 pas. Ik weet dat er nu reeds bij de meeste Bergbatterijen gedraafd wordt. Ik weet nietdat het onmogelijk is om bij een marsch achter blijvende stukken of draagpaarden te laten opsluiten, zonder te doen draven. Ik weet ten slotte, dat een paard in korten draf zijnde, volstrekt geen gevaar loopt om zijne stelling te verliezen of uit de hand te geraken, d. i. wanneer de ruiter het de stelling weet te doen behouden en zijne hand standvastig, rustig, zacht en licht, zijja, bedriegt mijn geheugen en mijne onderstelling zich niet, dan geloof ik zelfs dit den heer G geleerd te hebben Ik weet, dat bij de meeste Bergbatterijen gedraafd wordt. Let wel, ook de heer G. zegtbij de meeste. Dus niet bij alleDe draf is dus niet noodzakelijk. Ik heb exercitiën van Bergbatterijen, en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 588