587 - beoefend. En de bezwaren dezer africhting, hebben mij wel degelijk voor oogen gestaan, toen ik in N°. 12 van '83 het vierstukken-stelsel bij uitzondering voor onze Bergartillerie aanbeval. De vraag, aan het hoofd van Gf's laatste opstel, meen ik hier mede te hebben beantwoord, zoowel als enkele andere direct, aan mij gerichte vragen, in dat, opstel voorkomende. Mocht het W. J. G. lusten mij meerdere vragen te doen, om te weten wat ik al of niet weet, of waar mijne ervaring mij in den steek laat, hij zal mij gaarne bereid vinden tot antwoord, mits hij zekeren meestertoon die in zijne vragen doorstraalt vermijdt, en hij zich niet langer deklte met het vrij doorzichtige waas van ano nimiteit, door zijne onderteekening met initialen. Jon. C. Yeenhuijzen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 593