590 zich niet tot dezen begeeft om hem uit te leggeu wat hijeens het bevel aanvaard hebbende, van plan is om te doen. Maar anders wordt de zaak, wanneer vóór dat de opvolger zijne taak aanvaardt, besprekingen plaats hebbenzooals die. welke blijkens het voorko mende op bladz. 295 van „De waarheid over onze vestiging in Atjeh", hebben plaats gehad tusschen den generaal Yan Swieten en den kolonel Pel, in de conferentie tusschen hen beiden op den 19c" April 1874. Bij zulke gelegenheden, die zeer waarschijnlijk wel meer zul len zijn voorgekomen, zegt de aaugewezen opvolger ronduit waarop het staat, en deelt hij zijn chef wanneer hij omtrent den weg dien in den vervolge dient te worden ingeslagenmet dezen van gevoelen verschilt dit onbewimpeld mede. Dit is niet alleen loyaal maar ook plicht, omdat men hem, die de keuze deed, en die de verant woordelijkheid daarvan moet dragen, in de gelegenheid moet stellen, om op die keuze terug te komenwanneer hij, na kennis te hebben genomen van de werkelijke inzichten van den gekozene, dit in het belang van den Lande mocht noodig achten. Wel voert gij aan, dat de achtergelaten nota den kolonel Pel volkomen vrijheid gaf om te handelen zooals hij verkoos, maar veel beteekent dit mijns inziens niet. Men kan niet alles vooruit zien, en er kunnen gevallen voor komen waarin het. noodig wordt, af te wijken van eene gedragslijn, die op 't oogenblik voor de beste wordt gehouden. Daarom is het noodig hemdie in de toekomst zal moeten handelenniet door imperatieve bevelen de handen te binden, en dat vooral, wanneer men zich gedeeltelijk beweegt op 't gebied van détailszooals pa trouillediensten enz. 't Is hier trouwens niet de vraag, of de ko lonel Pel na het vertrek van den generaal Yan Swieten, 't zij door dat hij week voor den drang der omstandigheden't zij doordat hij langzamerhand met de argumenten der tegenstanders van dien Ge neraal begon in te stemmeneene andere gedragslijn heeft gevolgd, dan die welke de aftredende bevelhebber tijdens zijn vertrek geloofde dat zou gevolgd worden. De werkelijke vraag is, of de kolonel Pel reeds vóór hij het bevel aanvaardde, zonder den generaal Yan Swieten daarmede in kennis te stellen, het plan had gevormd, de door dezen aanbevolen gedragslijn niet te volgen. Was dit werkelijk het geval, dan kan ik voor mijeene dergelijke reservatio mentalis niet goedkeuren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 596