593 malige Sultliansgebied en dat van MarassaLongbatta en een groot deel der III Moekims in de Sagi XXV; d. Wij hebben op het oogenblik eene volkomen veilige positie in Kota Radja en een even veilige gemeenschap met de zee; e. Er is voor het oogenblik geen periculum in mora; f. Wij hebben het hart van het land in ons bezit; door het bezet houden van Kota Radja is den vijand het weder in het leven roepen van een eenhoofdig bestuurdat wat te beteelcenen heeftonmogelijk gemaakt; ivij hebben de rivier van Atjeli in onze macht en f geholpen door een blokkeer end eskaderkunnen wij Atjeh den toevoer, zoo niet afsnijdendan toch uiterst moeielijk maken. g. Wij hebben den tijdom den verderen loop van zaken af te wachten en het is mogelijkdat de onafhankelijkheidszin van de be volking der Sagies XXV en XXVIdie voor een deel van handel en scheepvaart bestaat en dus het meeste lijdtniet krachtig genoeg blijkt om haar te nopen het verzet tegen ons vol te houden. Pel ging bovendien nog verder. Mocht de verwachting hierboven onder punt 9 uitgedrukt, nog nader omschreven als de onderiverping der benedenlandenwant op die der bovenlanden mocht niet gerekend wordenin den loop van het jaar niet verwezenlijkt worden, dan meende Pel dat een andere weg moest worden ingeslagen. En welke wras die weg? Was het die, welke de woordvoerder der agressieve partij, de heer W. A. Yan Rees, in 1876 meende dat tot het doel zoude voeren n. 1. „met eene sterke colonne oprukken in de „richting van Toenong (dat niet bestondmaar waarmede hij bedoelde „de hoofdplaats der XXII Moekims), den zetel van Panglima Polimdie „beweging ondersteunen door schijnbewegingen, op zijwaarts gelegene „punten; snel, doortastend en voortvarend handelen, zonder de „maatregelen van voorzichtigheid en veiligheid over het hoofd te zien „naarmate men voorwaarts rukt de terugtochtslijn door versterkte „posten verzekeren; Toenong veroveren en, zoo noodig, in „de asch leggen, om Panglima Polim's prestige den genadeslag te „geven; de vrouwen en kinderen der XXV en XXYI Moekims nood haken naar hunne kampongs terug te keerendoor zelfstandige „colonnes het land in alle richtingen laten doorkruiseneiken kam- pongwaar nog tegenstand wordt geboden, te vuur en te zwaard

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 599