53 Door middel van de hierboven bedoelde acht metalen schroefjes, wordt die binnenrand in den hoed vastgehecht, daarvan op bekwamen afstand gehouden door acht kurken schijfjes met doorboord mid delpunt, ter dikte van 0.5 tot 1 centimeter en in diameter 2 centimeter. Om de goede, zuivere sluiting om het hoofd te verkrijgenom het aantal tailles van den hoed tot het minimum van drie te kunnen beperken, zou de zeemlederen reep niet „zonder einde", dus niet doorloopend, maar aan de achterzijde van het hoofd doorgesneden moeten zijn. De opening daardoor ontstaan, kan alsdan grooter of kleiner ge maakt worden, doch gemiddeld 2 centimeter wijd blijven. Door nu de kurken schijfjes dikker of dunner te nemen wordt de hoed op de meest eenvoudige wijze om het hoofd passend gemaakt, dat wil zeggen, dat door het aan dan wel losdraaien der schroe ven de hoed kleiner en grooter kan worden. De hoed zal dus niet klemmen en schrijnen en toch vast sluiten. De verstrekking der hoeden aan manschappen wier hoofden uiteen- loopende afmetingen hebben, kan alsnu tot de eenvoudigste wijze teruggebracht worden. Er zijn drie tailles groot, middelsoort en klein. De reepen, kurken en schroeven worden afzonderlijk uitgegeven. Door van alle manschappen der compagnie den omtrek van het hoofd te meten, kunnen ze naar gelang der cijfers in drie categorieën gerangschikt worden, waarvan de grenzen door de Intendance zijn vast te stellen. Reiniging. Uit het bovenstaande valt af te leiden, op welk eene wijze de hoed inwendig volkomen gezuiverd kan worden. Door het geheel losdraaien der schroefjes en plaatjes, valt de binnenrand met schijfjes uit den hoed en is alles spoedig gereinigd. Uiterlijk. Het zal wel niet weersproken worden, dat de donkerbruine helm hoed, met tombacversierselen en verlakt lederen stormband en om boordsel, een flink militair aanzien zal geven. Stelt men zich daarbij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 59