VARIA. Militaire Rechtspraak. Het vonnis berecht door een niet conform art. 129 E. L. benoemden Krijgsraad behoort door den Oppersten rechter te worden vernietigd. Sententie definitief in de zaak hangende voor het Hoog-Militair-Gerechtshof van Ke- derlandsch-Indië. tussehen Soerokarta, alias Badio Alg. St. n°. 7849 oud 32 j. geboren te Dongantie (Rembang) laatstelijk dienende als inl. fusel, v/d. Ie eompie. v/h. garnizoens-bataljon van Su- matra's-Westkust, appellant, te Solok. en den Advocaat-Fiseaal voor de L. en Z. M. in N. I., R. O. geappelleerde. Het Hoog Militair Gerechtshof. Gezien het vonnis van eenen daartoe benoemden Krijgsraad te Padang, tegen den in hoofde dezer genoemden beklaagde, gewezen op den 16en en uitgesproken op den 20sten Oct. 1884, waarbij hij is schuldig verklaard aan „eerste desertie in tijd van vrede, opgevolgd door arrestatie", en deswege veroordeeld tot de straf van militaire detentie voor den tijd van zes achtereenvolgende maanden, en in de kosten; Gezien de verdere stukken van den processe, zoo ter eerste instantie als in appel gediend. Overwegende, dat art. 129 K. G. uitdrukkeljjk voorschrijft en bepaalt, dat de krijgsraden moeten benoemd worden door den kommanderenden generaal of officier van het arrondissement of district, dan wel, bijaldien geen zoodanig kommandant mocht aanwezig zijn, door den kommande renden officier van het garnizoen der hoofdplaats van het arrondissement of district;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 613