612 Uitrusting en bewapening. Behalve de helmhoed met zwart overtrek, heeft men eenige verbeteringen aan moeten nemen alsde patroonzak van het vreemden legioen van effen blauw laken, die, met twee draagriemen op de borst gedragen, zeer practisch is; de hooge lakenschen slobkous; de stok met ijzeren punt voor de officieren, daar de sabel bijna nutteloos en de revolver voldoende is. De Minister van Marine heeft aan alle troepen magazijnsgeweren (Kropatschek) verstrekt. Wij gelooven dat dit geweer slechts verstrekt zal worden als een dubbel of reserve-wapen aan de verdedigers van versterkte plaatsen, forten, blokhuizen enz. want het geweer Gras is voldoende in het open veld en voor den aanval. Het Kropatschek-geweer is een goed wapen aan boord of bij de verdediging achter schietgaten of loopgraven. Veiligheidsdienst in staat van beweging. D. Wegen bestaan niet in Tonkinhet transport geschiedt door dragers. Wegen en straten zijn meer of minder hooge dijken, welke de Franschen door de bevolking hebben laten verharden. Op de groote dijken, 3 a 4 Meters breed, kan de infanterie nauwelijks met vier man in front marcheeren: bij coupures en modderige sporen vermindert het front tot 2 mande snelheid is hoogstens 3,5 a 4 K. M. per uur. De cavalerie kan met tweeën of met eenen in stap rijden. De artillerie, welke in den beginne slecht bespannen was, wordt voortdurend door de bediening omringd, die de handen aan de raderen hebben. De marschsnelheid van de artillerie is 2 K. M. per uur. Men begrijpt dat daaruit tallooze verlengingen der colonne voortvloeien, gevolgd door zeer lange halten. De eenige marschdispositie die te geven is, is: den dijk te volgen achter elkaar, in een aangewezen order, met voor- en zij- patrouilles. Op kleine dijken moet men achter elkander marcheerende marschsnelheid wordt nu 2 K. M. per uur, zonder nog te rekenen op onvoorziene ge beurtenissen, halten enz. Om eene waadbare plaats door te gaan, trekt men zijn schoeisel uit, om te voorkomen dat het hard wordt en den voet wondt. Men moet oppassen voor bloedzuigers. Zoodra de oevers van de arroyo begaanbaar gemaakt zijn voor de wapens, moet de afdaling geregeld worden, en hetzij men vlotten, jonken of sampans heeft, van te voren moet geregeld worden hoeveel elk zal bevatten, om opstopping te voorkomenhet in- en uitladen moet voorzichtig, geregeld en snel geschieden; het geweer wordt aan den draagriem gedragenalvorens in de schuiten te gaan geeft men zijn ransel over; in de vaartuigen moet men altijd blijven zitten en wel zoo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 618