614
om te kantonneeren, hetzij in bamboezen huisjes, hetzij in steenen pagoden.
Elke compagnie geeft eene veldwacht voor hare eigene face. De posten,
2 a 3 man sterk, staan alleen buiten, gedekt op een vooruitspringende
face of op eene houten verhevenheid [verhoogd schilderhuis] omringd
door grachten en bamboe; de overigen liggen in het stroo der cania's,
allen goed gedekt. De veldwacht wordt elke 24 uur, de schildwachten
elk uur afgelost. Wanneer een zelfstandig geheel (compagnie of bataljon)
wordt aangewezen voor de veldwacht, dan bivakkeert het. Des daags
wordt de plaats, waar de wacht des nachts moet optrekken, met zorg
verkend; alles wat eene gedekte nadering toelaat wordt verwijderd als
het kan, en de afstanden opgenomen tot elke schuilplaats die geobser
veerd moet worden.
In de berglanden legt men over dag bij de veldwacht een vuur aan,
om des nachts op een drooge plaats en beschermd tegen kruipend gedierte
te slapen. Des nachts mag het vuur geen licht verspreiden. Des nachts
plaatst men hinderlagen; de kozakkenpost is eene hinderlaag; de schild
wacht heeft des nachts de bajonet op het geweer.
Groote kantonnementen. De groote kantonnementen in groote boschrijke
dorpen of wijken eener stad, moeten door den staf worden uitgekozen;
de emplacementen voor elk korps of elke eenheid, moeten van te voren
aangewezen worden aan de kwartiermakers, opdat de troep bij aankomst
dadelijk naar zijne standplaats geleid wordt, en de soep kan koken en
gaan rusten. Gelijktijdig worden de veld- en bijzondere wachten ingedeeld.
Bivaks. Als men dicht bij den vijand is, kantonneert men niet; de
troepen bivakkeeren in order van bataille, en elk korps beschermt zich
zelf naar voren en naar achteren, of op de flanken der colonne, indien
men in de gesloten marschformatie bivakkeert.
3°. Het gevecht. Het gevecht berust vooral op het groepeeren van
de reglementair vastgestelde onderdeelenal de groepen van af de es-
couade (12 a 16 man) goed aaneengesloten, de sectie (36 a 50 man) en
de compagnie (150 a 200 man) moeten in de hand van den compagnies
commandant blijven, die ze vereenigt, verspreidt of verzamelt naar be
hoeften en naar gelang van de orders die hij ontvangt voor den aanval
en tirailleur, in linie of in colonne.
Alvorens eene tirailleurlinie in de rijstvelden te ontwikkelen, wijst
de commandant zeer nauwkeurig dén afstand aan, waarop het vuur op
een fluitsignaal moet geopend worden, zoomede hot hoofddoel van den
aanval. Vooraf laat hij de diepte en vastheid van den modder in de
velden peilen, om te voorkomen, dat de manschappen er in blijven steken;