- 615 de commandant der sectie houdt het vuur in zijne hand, door het com- mandeeren van salvo's door eene escouade of sectie; hij waakt er voor dat het verband tusschen de groepen bewaard blijft in het modderach- tigo o( bedekte terrein, en dwingt zijn ondergeschikt kader om de groepen vereenigd te houden, tenzij zij eene bijzondere opdracht krijgen. Het vuur. Het richten moet aan den schutter overgelaten worden; geef het vizier aan en bemoei er u verder niet mede. liet stellen van het vizier op verschillende hoogten moet snel en op commando geschieden. De salvo's tot het bepalen van den afstand, moeten nauwkeurig waargenomen worden door de commandanten der sectiën; zij moeten de uitwerking nagaan, hetzij op het water, hetzij op het riet of bamboe, hetzij op den vijand; daarna gericht tirailleurvuur. Een reglementair onderdeel, in linie komende, moet altijd den afstand bepalen door middel van één of 2 salvo's knielende afgegeven. De manschappen moeten ook geoefend worden in het vuren uit vaar tuigen. Men moet zijn schot afgeven op het oogenblik dat men de be weging van het vaartuig nagenoeg niet voelt; dit vuur kan gegeven wor den op de oevers, dikwerf bij wijze van verkenning, en op vluchtende vijanden. Het viergelederen vuur (twee gelederen knielende) op 200 M. van het aanvalspunt, gegeven op een vijand die zich achter eene borstwering bevindt of een vervallen muur van een pagode, uitgevoerd door eene com pagnie, heeft de uitwerking van eene mitrailleuse. Het vuren des nachts, waarmede men spaarzaam moet zijn, kan zijne toepassing vinden om de werkers aan ingravingen voor batterijen te verontrusten, dan wel door sectiën of compagnieën afgegeven op brand stichters van dorpen of verlaten voorsteden, welke tusschen de liniën inliggen; dit vuur moet raseerend zijn. Marcheert men door rijstveldendan moet men zich dekken ach ter de kleine dijkjes, die dikwijls evenwijdig aan het aanvalsfront loopen. Wanneer de munitie moet aangevuld worden, gebeurt dit door de dragers; de koelie's, die de patroonkisten dragen, worden onder goed geleide tot op 100 a 200 M. van de linie gebracht; daar worden man schappen van de reserve aangewezen om de zakken niet patronen naai de linie te brengen en te verdeelen. Van gedoode of gewonde manschap pen neemt men de patronen mede. Men kan ook eene tirailleurlinie doen aflossen door een ander van een bataljon dat nog niet in het vuur is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 621