617 Bij den aanval op een dorp of eene kleine aarden versterking, moet men het beginsel toepassen, om te trekken en den terugtocht te bedreigen, alvorens de storm begint; de vijand vlucht dan. Op een houten fort doet men den aanval des nachts en tracht men brand te stichten met handgranaten, brandgranaten enz. (de Chineezen maken er ook gebruik van, alsmede van rivierbranders.) Indien men des nachts in een blokhuis wordt aangevallen, moet men het terrein verlichten met vuurpijlen, licht- potten en een raseerend vuur afgeven. Moeilijkheden in de hevelvoering. De twee groote bezwaren zijn: 1°. snel te mareheeren zonder wegen2° de konvooien te organiseeren zonder andere transportmiddelen dan koelie's. Snel vooruit te willen rukken is bijna onmogelijk. Er is echter één middel, door gebruik te maken van de waterwegen. In het begin van den veldtocht werd daarvan dan ook uitsluitend gebruik gemaakt; dat gaat goed, zoolang er steenkool en water is. Maar men moet toch ein delijk debarkeeren, de troepen laten mareheeren en de kanons voortbe wegen; daarvoor heeft men wegen noodig; de waterstand kan te laag worden voor de schepen, kanonneerbooten en transportvaartuigen. De Romeinen mare heerden door vóór zich uit wegen aan te leggen. Laten wij hun voorbeeld volgen en marcheerende, wegen maken en laten wij 30, des noods 60 dagen besteden om te Lao - kai en Lang Son te komen. Wij zullen daardoor ouzen rug kunnen dekken en onze verplegingsmiddelen zullen volgen; want de kanonneerbooten enz. kunnen door gebrek aan water of bandjirs opgehouden worden. Men ageert in dit land slechts gedurende het drooge seizoen [van October tot April] wanneer de waterstand laag en de grond droog is. De aanvalsmarschen geschieden bij maanlicht [droog weder en heldere nacht]. Twee punten moet de bevelhebber wel overwegen vóór hij tot den aanval besluit, n. 1. 1°. of de wegen, dijken, rijstvelden droog genoeg zijn voor den opmarsch der troepen en de artillerie; 2°. of de waterwegen genoeg diepte hebben om levensmiddelen en versterkingen met vaartuigen op te voeren. Vooral omdat dit laatste dikwerf niet het geval is, moet de kruin dei- dijken, over eene breedte van minstens 3 Meters verhard worden, dit werk laat men verrichten door Annamieten en men kan gebruik maken van de materialen van de talrijke vervallen pagodes. Men moet gebruik maken van de wegen op de dijken, het tracé ver beteren, den waterafvoer regelen door sluizen om het af te laten loopen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 623