BUREAUX-ARABES.
Wanneer twee vrije menschen het heilig voornemen hebben om
met elkaar te vechten, dan is het dwaasheid dit te willen beletten.
Een derde persoon kan het gevecht vertragen en belemmeren, doch
zoolang het voornemen der twee partijen leven blijft, zal de onge
vraagde bemiddeling weinig baten, want gevochten wordt er toch.
In den oorlog is het niet anders, en wat meer zegt, het begrip
van oorlog geeft aan een derde partij geen plaats.
De oorlog is feitelijk cle toestand van vijandschapwaarhij twee
partijen elkander met de wapenen bestrijden Den Beer Poortugael
Het oorlogsrecht).
Twee gewapende partijen dus, die beurtelings aanvaller en ver
dediger kunnen zijn, maar ook niet meer dan twee partijen.
In den Atjeh-oorlog vindt men instede van de twee vrije menschen,
waarop hierboven gedoeld werd, twee partijen, die beiden doordrongen
zijn van de noodzakelijkheid om te vechten. Laat ze uitvechten.
Onmogelijk is het, bij eene zuivere ontleding van het begrip oorlog
meer dan twee elementen te onderscheidenaanvaller en verdediger.
Zoodra men nu, in zake den oorlog, op kunstmatige wijze een
derde element tracht te creëereu en in te schuiven, dan wordt die
poging, welke door de logica in beginsel reeds veroordeeld is, bij
de invoering weldra door de feiten als een absurditeit aan de kaak
gesteld.
De invoering van het civiel bestuur te Afjeh was eene dergelijke
absurditeit.
Het was de derde partij waarvoor gedurende den oorlog geeue
plaats was, waarvoor na den oorlog, in de eerste jaren althans, geen
werk is.
Het. is de partij die oorlog voert zonder wapenen, niet mêevecht
maar meepraat.
-O00§§000