70
Ofschoon alle soldaten in Zuid-Australië vrijwilligers genoemd wor
den, is die benaming' echter onjuist. Het grootste en belangrijkste
deel der troepen is werkelijk militie, aan wie eene uniform gelijk
aan de Engelsche maar met Indische helmhoeden verstrekt wordt
en die voor eiken dag dat zij voor oefening onder de wapens zijn
betaling erlangen, varieerende van 5 sh. voor een gemeen soldaat tot
15 sh, voor een luitenant-kolonel.
De oefeningen worden niet onafgebroken gehouden, omdat, wan
neer men officieren en minderen gelijktijdig oproept, men hen onmo
gelijk, wegens hunne werkzaamheden in de burgermaatschappij, ééne
maand vereenigd kan houden. Daarom worden de zaterdag-namid
dagen en algemeene feestdagen besteed voor excercitiën, schijfschie
ten en velddienstoefeningende avonden worden doorgebracht met
oefeningen op de plaats en bajonetvechten, signalen en lees-oefeningen.
Hoewel de oefening bij tusschenpoozen een nadeel is, zijn de troe
pen, volgens het oordeel van bevoegde officieren, geschikt om het
veld te houden. Hunne officieren, die een examen in exercitiën en
taktiek moeten afleggen bij aanstelling en promotie, zijn zeker even
bekwaam als de Engelsche officieren van het auxiliaire leger. De
onderofficieren en manschappen zijn handwerkslieden en landbouwers,
die het gewone Australische weekloon van 2 a 31 verdienen. Velen
van hen hebben eigen woningen op eigen grond en zijn welgestelde
en onafhankelijke burgers.
De krijgstucht, waaraan zij zich vrijwillig onderwerpen, is niet
slap, zooals blijkt uit de volgende voorbeelden, welke wij uit de
„voorschriften voor den soldaat in vredestijd" kiezen. Mankeeren op
de parade wordt gestraft met eene geldboete van een dag soldij
vijf achtereenvolgende absenties met eene boete van 5 of 10 dagen
gevangenis. Een man die in het gelid praat, betaalt een shilling;
insubordinatie of een ongepast antwoord kost 5 of tien dagen
gevangenis, met daarop volgend ontslag uit den dienst.
In het begin waren die bepalingen allen strenger, maar tegen
woordig komen zware overtredingen zelden meer voor.
De infanterie-militie, hierna bezoldigde vrijwilligers genoemd, be
staat uit 2 bataljons, elk ter sterkte van 600 bajonetten.
Hunne jaarlijksche oefening bestaat in de gewone oefeningen per