79
tinent ontkende terwijl hem, getuige, bij onderzoek gebleken is, dat op de
witte broek van beklaagde bloedvlekken zichtbaar waren; dat bij daarop
onmiddelijk den doctor heeft doen ontbieden, die den fuselier Tjijong naar
bet hospitaal dirigeerde; dat bij beklaagde sinds een jaar bij dezelfde
compagnie kent, doch nog nooit heeft opgemerkt, dat beklaagde uit zijn
neus bloedde dat bij nog denzelfden avond, nadat hem door den fuselier
Tjijong bet voorgevallene was gerapporteerd, zich naar de kamer yan
beklaagde begaf, waar deze juist bezig was, zich van zijn groot tenue te
ontdoen; dat hij bij die gelegenheid beklaagde, de hem (getuige) in judicio
vertoonde witte broek, waarop bloedvlekken aanwezig waren, heeft afge
nomen; dat hij beklaagde afvroeg hoe die bloedvlekken op de pantalon
kwamen, doch op die vraag geen antwoord kreeg; dat hij beklaagde
onmiddelijk in arrest heeft gesteld, bij welke gelegenheid deze kalm met
den korporaal der week is medegegaan, zonder een woord te zeggen,
dan wel zich over het opgelegd arrest te beklagendat zoover hem bekend
is, men s'middags om vijf a half zes uur naar de kali gaat, om zich te
baden, doch niet tegen half acht uur s'avonds, daar de weg er heen moeie-
lijk is en bovendien de kali met de omliggende steenen vooral als het
donker is, moeilijk is te bereikendat de afstand van de kazerne der
Infanterie naar de bovenbedoelde kali minstens twintig minuten loopens
langs den grooten weg, die naar den passer en verder naar de kali voert,
bedraagt.
Overwegende, dat de onder eede gehoorde getuige, de inla ndsche sergeant
S. heeft verklaard: dat op een zekeren avond, ongeveer ten 7| uur, de
fuselier Tjijong met een paar wonden aan het hoofd is 'thuis gekomen
en op zijne (getuiges) vraag hoe zulks kwam antwoordde, dat de fuselier
Rodirono hem had geslagendat hij Tjijong vroeg, of deze ook kon
aangeven wie het gezien heeft, dat beklaagde hem (Tjijong) heeft geslagen,
waarop deze antwoordde: „ja, de korporaal K. heeft het voorgevallene
gezien, anders heeft niemand het feit opgemerkt; dat hij daarop naar den
sergeant R. is gegaan en dezen het hem door den fuselier Tjijong mede
gedeelde heeft gerapporteerd; dat hij in de chambrée komende de klee
deren van beklaagde heeft geïnspecteerd, waarbij hij zag, dat op zijn
(beklaagdes) witte pantalon bloedvlekken aanwezig waren; dat op zijne
vraag, hoe dit kwam, beklaagde antwoordde, „in de warong zittende siri
gebruikt te hebben, waarvan eenige siri op de pantalon is gekomen;"
dat hij nooit gehoord heeft, dat de soldaten om half acht uur s'avonds
gaan baden, doch wel om vijf of half zes uur dat op een later uur het
aan de kali erg donker isde weg daarheen met groote steenen bezaaid