DE WETTEN BETREFFENDE DE BEVORDERING, HET ONTSLAG EN HET OP NONACTIVITEIT STELLEN VAN DE OFFICIEREN DER LAND- EN ZEE MACHT IN INDIË EN IN NEDERLAND. Werd in nummer 4 van den vijftienden j iargang van dit Tijdschrift eene vergelijkende studie opgenomen van de wetten, welke de mili taire pensioenen in Indië en in Nederland beheerschenthans zijn aan de beurt de verschillende bepalingendie de bevorderinghet ontslag en het op nonactiviteit stellen, hier en in het moederland regelen. Door de ongelijke rechtsbedeeling van de eene boven de andere categorie officieren moesten wijom een titel voor ons opstel te vin den, al dadelijk in eene taalkundige ketterij vervallen, dewijl niet de officieren van het Indisch legerwel echter de officieren van het Nederlandsch leger en die der Zeemacht zich in eene icet te dien opzichte kunnen verheugen. (1) Voor de officieren van het Indisch leger toch wordt, ook volgens de recente verklaring van den vorigen kolonialen minister Van Bloe men Waanders, eene regeling bij Koninklijk besluit, zeer voldoende geacht. Het is voorzeker een overbodig werkthans nog eens voor de zoo- veelste maal het betoog te leveren, dat ook de officieren van het Indisch leger eene icet op dit gebied begeeren mogen. Nadat nu zestien jaar geleden in de grootste garnizoenen op Java, de officieren ter bespreking hunner belangen, meetings vermeenden te moeten beleggen, en de zaak in quaestie sedert eene waarlijk bru- (1) "Wetten dd. 28 Augustus 1851, Ned. Staatsbladen 128 en 126.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 121