294 delste gedeelte aan het boek te hechten, zou de behandeling daarvan beduidend gemakkelijker worden. Wat de technische uitvoering van het bij Kemink en Zoon versche nen werk zelf betreft, zoo is deze zeer verdienstelijk te noemende ruime druk en duidelijke letter laten zich prettig lezen, terwijl, last not least, slechts een minimum van errata's, één op de honderd pagina's, het beste bewijs voor eene minutieuse correctie opleveren. C. Sr. Memorandum der bereden Artillerie, door F. H. Boogaard. Heden kwamen in ons bezit de 2e en 3e, 4e en 5e aflevering van boven vermeld Memorandum, volgens de betrekkelijke aankondiging in den „Militairen Gids", door bestelling aan genoemden kapitein, maar waarschijn lijk ook wel door tusschenkomst van eiken boekhandelaar te verkrijgen. De 2e en 3e aflevering, bijeengebonden in een klein formaat boek deeltje, telt 32 bladzijden en bevat de organisatie en de mobilisatie. De evenveel pagina's tellende 4e en 5de aflevering, insgelijks bij elkaar gevoegd, behelzen Manoeuvres de forceVoorzorgen op marsch, Batterij- school en Af deeling school. De le Aflevering kon ons niet toegezonden worden, aangezien, naar ons de schrijver mededeelt, het werkje bij zijne verschijning zoo vlot van de hand ging, dat de le Aflevering bijna aan stonds uitverkocht was, waardoor de noodzakelijkheid bleek, voor de volgende afleveringen de oplage grooter te nemen. Nu de Nederlandsche artillerie, na een ongeveer driejarig bezit van het stalen geschut, een tijdperk van stabiliteit, ten minste wat de hoofdzaken aanbelangt, is ingetreden, moet de uitgave van dit zakboek in elk opzicht te goeder tijd geacht worden, en kan met grond verwacht worden, dat daarvan een even groot en langdurig gebruik zal kunnen gemaakt worden, als indertijd van andere zakboeken voor de artillerie gedaan is. Aan zulke zakboeken, vademecums, memorandums, of hoe men die noemen wil, schijnt bij de artillerie steeds behoefte te hebben bestaan. Naar onze meening zal de indische artillerie-officier zich, door het memorandum van den kapitein Boogaard aan te schaffen, eene uitmun tende gelegenheid openen om op de hoogte van de bereden artillerie van het Moederland te blijven, en tevens zoowel in de hoofdstukken de techniek als die de tactiek van het Wapen betreffende, menige ook voor hem belangrijke en wetenswaardige opgave of wenk vinden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 300