OPEN BRIEF AAN BE REDACTIE VAN HET INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT. Geachte Redactie N°. 1 van den loopenden jaargang van het tijdschrift, bevat eene zoogenaamde toelichting van een destijds door Brutus uitgesproken oordeel over onze mobiele artillerie, als gevolg van een door mij in dit tijdschrift aangeteekend protest. Brutus hoopt, dat door zijn antwoord de baan voor polemiek, pennestrijd en twistgeschrijf niet zal geopend worden. Dit lag niet in zijne bedoeling. Welnu, ook onze bedoeling was dit niet de aanhef van het protest toont dit duidelijk genoeg. Brutus beschul digt ons ten onrechte, niet in te zien, dat geen uitvoerig betoog in een vlugschrift mogelijk is. Wij vroegen ook geen betoogslechts toelichting. En was iets natuurlijker? Getuigde het niet voor warme belangstelling in den door Brutus geleverden arbeid? Wij hebben getracht den ouderen oud-wapenbroeder gelieve aan dit woord de algemeene beteekenis te hechten met de noodige deferentie opmerkzaam te maken op eene leemte in zijn arbeid. In een tiental regelen was door hem in een viertal machtspreuken het anathema over onze mobiele artillerie geslingerd gewordenwas zij meedoogenloos geheel afgebroken Wat was hiermede onze volksvertegenwoordiging, voor wie hoofdzake lijk deze wenken werden geschreven gebaat Behoorde daar geen vinger wijzing bijgeene toelichtinghoe die veroordeelde artillerie dan behoorde te zijn? Maar wij hadden goeden moed, en onzen verwachting is niet teleurgesteld. Brutus heeft toegelicht; aan onzen wensch is dus voldaan! Maar al strijdt nu ook veel van wat in die toelichting voorkomt, ge heel met onze zienswijze, toch willen wij ons niet, tegen de pertinent uitgedrukte bedoeling van Brutusmet hem in twistgeschrijf begeven. Yan daar dat wij slechts in het algemeen eenige opmerkingen wensehen te maken, die bij de lezing van de door Brutus gegeven toelichtingmo gelijk tot nadenken kunnen stemmen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 381