BOEKBESCHODWING. Ome Militaire Strafwetgeving Geschiedenis harer wording en vaststel ling, met toestemming van Zijne Majesteit den Koning uit de op Zijner Majesteits Kabinet berustende bescheiden en uit an dere onuitgegeven officieele en niet-officieele stukken geput, door Mr. Henri Van der HoevenHoogleeraar te Leiden. Leiden E. I. Brill. 1884. Onder bovenstaanden titel beeft Mr. Van der Hoevenhoogleeraar te Leideneen boek uitgegeven, hetwelk onder de aandacht dient te worden gebracht van allen, die geroepen zijn de militaire wetten toe te passen. Uit den duidelijk omsclirij venden titel blijkt reeds, wat de inhoud van het boek zal bevatten, terwijl in de korte voorrede, de schrijver te kennen geeft, in welke leemte der militaire wetgeving hij wenscht te voorzien en die aan te vullen. „De Geschiedenis der onderscheidene wetboeken, zegt Schrijver, die te zamen onze Militaire Strafwetgeving vormen en thans sedert bijna zeventig jaar in werking zijn, is nog slechts zeer onvolledig bekend. Reeds herhaaldelijk deed zich, ook in de praktijk, de behoefte aan meer dere kennis dienaangaande gevoelen. Al naarmate de redactie eener wet duidelijk en nauwkeurig, of duister en verward is, naar die mate is voor eene juiste interpretatie de kennis der „stukken", die aan de vast stelling der wet voorafgingen, minder of meer wenschelijk. Bij de toe passing eener volkomen duidelijke wet zou men die kennis geheel kun nen derven." Wij beamen die beschouwing van den Schrijver ten volste. Eene volkomen duidelijke wet behoeft geene interpretatie; doch waar treft men oen wetgever aandie in volkomen ondubbelzinnige bewoordingen zijn wil zoo weet te verklaren, dat aan de wettelijke bepaling geene andere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 399