HET HOOFDDEKSEL TAN DEN NEDERLANDSCH- INDISCHEN MILITAIR Door den majoor P. B. Tan Staden ten Brink werd, gedu rende den tijd dien ZHEGr. met verlof in Nederland doorbracht, aan het Departement van Koloniën eene nota aangeboden omtrent de wijziging van het hoofddeksel bij het Indische leger in gebruik. Toen op deze nota, in April 1883 ingediend, na een jaar wachten, geen antwoord was ontvangen, begreep de steller, dat zijne poging om ten nutte van het Indische leger werkzaam te zijn, in die richting geene onder steuning zoude vinden, en verzocht daarom de nota terug te mogen ontvangen, aan welk verzoek werd voldaan. Pogingen om het door hem gewenschte model (van vilten stof) voor eigen rekening te doen vervaardigen, mislukten, doordien in Nederland geene bekende viltfabriek bestond en een fabrikant te Berlijn, daarover geraadpleegd, slechts onder garantie eener levering van minstens 100 stuks, de zaak op touw wenschte te zetten. In Indië teruggekeerd, bood ZHEG. de bedoelde nota onlangs aan de Redactie van dit Tijdschrift ter plaatsing aan, een aanbod waar van door haar gaarne gebruik gemaakt wordt. Al moge toch, blij kens het voorafgaande, de kans op invoering van een doelmatig hoofddeksel voorloopig gering zijn, de quaestie blijft voor het Indische leger steeds urgent en met het oog op de mogelijkheid, dat die urgentie ook te eeniger tijd misschien door het Dep. v. Kol. zal worden erkend, is het zeker de taak van het Ind. Mil. Tijdschrift het onderwerp zooveel mogelijk toe te lichten, opdat alsdan het zoe ken naar geschikte modellen zoo weinig mogelijk vertraging ver- oorzake. Wij laten nu de nota volgen. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 50